Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Jeugdbescherming Overijssel,
kantoorhoudende te Zwolle,
verder te noemen: de GI.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verweerschrift met producties);
- het verweerschrift van de GI;
- een brief van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad) van 26 april 2018 met
producties;
- een journaalbericht van mr. Siebenga-Moggré van 2 mei 2018 met producties;
- een journaalbericht van mr. Siebenga-Moggré van 22 mei 2018 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Visscher van 4 juni 2018 met producties;
- een brief van de GI van 10 november 2018 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Siebenga-Moggré van 28 november 2018 met producties;
- een journaalbericht van mr. Siebenga-Moggré van 30 november 2018 met producties;
[E] . Beide advocaten hebben pleitaantekeningen overgelegd.
3.3. De feiten
- dat het hoofdverblijf van [de minderjarige] bij de moeder zal zijn;
- dat de beslissing over de zorgregeling wordt aangehouden.
4.De omvang van het geschil
- gedurende de eerste twee maanden eenmaal in de veertien dagen gedurende een middag
moeder, een persoon met wie de vader kan instemmen;
- vervolgens gedurende twee maanden eenmaal per veertien dagen een zaterdag
- daarna eenmaal in de veertien dagen een weekend van vrijdagavond 18.00 uur tot
Daarnaast verzoekt de vader het hof te bepalen dat de moeder een dwangsom verbeurt van
€ 500,- voor elke keer dat zij de regeling niet nakomt.
5.De motivering van de beslissing
Naar het oordeel van het hof is in het onderhavige geval sprake van een situatie waarin gedwongen omgang tussen [de minderjarige] en de vader in strijd is met zwaarwegende belangen van [de minderjarige] . Het hof overweegt daartoe als volgt.
28 november 2018, blijkt niettemin dat er over het geheel genomen positieve ontwikkelingen zijn aan de zijde van de vader en dat hij heeft meegewerkt aan de gestelde voorwaarden. Mede dankzij de ingezette hulp- en begeleiding (onder meer vanuit [F] ) is er nu meer stabiliteit in het psychisch functioneren van de vader, zijn woonsituatie en op financieel gebied. Voor zover namens de moeder ter zitting is aangevoerd dat de vader geen goede stappen heeft gemaakt, leest het hof dat dus niet terug in voormeld verslag. Het voorgaande neemt echter niet weg dat er volgens de GI, de moeder en de raad op dit moment geen enkele ruimte is bij [de minderjarige] zelf voor contact met de vader. [de minderjarige] heeft schade opgelopen door de spanningen en botsingen tussen haar ouders. De vader heeft dat ook niet betwist en heeft ter zitting zijn begrip daarvoor uitgesproken. Er lijkt aldus een discrepantie tussen het aan het hof voorliggende verzoek van de vader en de toelichting ter zitting van de vader zelf. Echter, afgezien daarvan ziet het hof op dit moment ook geen mogelijkheden om het verzoek van de vader dat strekt tot gedwongen (opbouw van het) contact met [de minderjarige] in de huidige omstandigheden toe te wijzen. Er is voor [de minderjarige] recentelijk onder regie van de GI, in overleg met [G] jeugdhulp, een hulpverleningstraject ingezet. Zij is in juli 2018 aangemeld voor een creatieve trainingsmodule bij [H] . Uit het overgelegde verslag daarvan leidt het hof af dat [de minderjarige] momenteel een grote behoefte heeft aan rust, duidelijkheid, stabiliteit, veiligheid in de thuissituatie en positiviteit. [de minderjarige] heeft ruimte nodig om kind te kunnen zijn en om zich te kunnen richten op spel, vriendschappen, school en sport en dergelijke. [de minderjarige] weet goed wat zij wel en niet wil en kan dat goed uiten. Er is bij [de minderjarige] momenteel geen ruimte voor contact met de vader. Hij mag er zijn, zo vermeldt het verslag, maar de weg er naar toe (het hof begrijpt; naar de vader) is momenteel niet toegankelijk. Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel dat gedwongen contact met de vader naar verwachting een averechts effect en een negatieve invloed zal hebben op de gemoedsrust en ontwikkeling van [de minderjarige] en daarmee in strijd met haar zwaarwegende belangen.