Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Eindhoven(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 30 november 2017. De rechtbank had de uitspraken van de Inspecteur, die een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2014 had opgelegd, vernietigd en de aanslag verminderd. Belanghebbende, die in loondienst was bij een Liechtensteinse vennootschap en werkzaam op een binnenvaartschip, had een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting geclaimd voor haar looninkomsten uit Liechtenstein. De Inspecteur had deze aftrek niet verleend, wat leidde tot het beroep bij de rechtbank.
In hoger beroep is de vraag aan de orde of belanghebbende recht heeft op deze aftrek. Het Hof oordeelt dat, aangezien de werkzaamheden van belanghebbende niet binnen het grondgebied van Liechtenstein zijn verricht, er geen recht op aftrek bestaat. De relevante artikelen van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 worden besproken, waarbij het Hof concludeert dat de vrijstelling van inkomstenbelasting voor buitenlands inkomen niet van toepassing is. Belanghebbende kan ook geen aanspraak maken op aftrek op basis van de belastingwetgeving van Liechtenstein of het belastingverdrag met Duitsland, omdat niet is aangetoond dat de inkomsten daar belast zijn.
Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van belanghebbende af. Er wordt geen griffierecht of proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2019.