Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“Check”per ongeluk in de gunningsbeslissing is blijven staan. Het betekende slechts dat het is voorgelegd aan het beoordelingsteam. Het beoordelingsteam heeft zich akkoord verklaard met de uitleg van het Klachtenmeldpunt. De gunning aan BAM is bij brief van dezelfde dag ook aan de Combinatie bericht.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
NJF2015/237,
Xafax/Universiteit Utrecht). De voorzieningenrechter had daarom de primaire vordering tot tussenkomst moeten toewijzen. Overigens illustreert de gang van zaken in de onderhavige aanbestedingsprocedure nog eens dat het belang van BAM niet samenvalt met dat van ProRail. De grief is gegrond. Dit brengt mee dat BAM alsnog als tussenkomende partij in eerste instantie moet worden aangemerkt. Daaruit volgt weer dat zij ontvankelijk is in haar hoger beroep ook voor zover gericht tegen ProRail (en de provincie).
Autorità Garante della Concorrenza e del Mercato - Antitrust/Azienda Socio-Sanitaria Territoriale della Valcamonica -Sebino (ASST)hiervoor de volgende toets geformuleerd:
“Het beoordelingsteam stelt na de individuele beoordelingen gezamenlijk de definitieve score en motivatieper beoordelingscriteriumin consensus vast.”(onderstreping toegevoegd, hof). De onderstreepte woorden
“per beoordelingscriterium”brengen mee dat aan de passages de betekenis moet worden gegeven dat de werkwijze tot vaststelling van de deelscores wordt beschreven. De passages bevatten geen instructie of methode voor de vaststelling van de definitieve score voor het plan hinderbeperking. De zin “
De tendermanager stelt vervolgens op basis van de score het gewogen beoordelingsbudget vast.”is bij toezending van de vierde nota van inlichtingen geschrapt, omdat die ten onrechte uit een aanbestedingsleidraad van een eerdere aanbesteding was overgenomen, zo is tijdens pleidooi door ProRail en de Combinatie verklaard. Haar schrapping helpt daarom niet bij de vaststelling van de manier waarop de eindscore wordt bepaald.
“Op basis van de scores per onderdeel zal er een score voor het totale plan worden vastgesteld”en voorts op het antwoord op vraag 251:
“Alle uitgangspunten werken even zwaar mee”. Een rationele, transparante uitleg van deze zinnen brengt mee dat de deelscores moeten worden vertaald naar een gemiddelde score op basis van een gelijk gewicht van de deelscores, waarna de gemiddelde score moet worden afgerond naar het dichtstbij gelegen getal in de scoretabel van § 7.5.3. Dat deze uitleg onaannemelijk zou zijn, omdat afronding van het gemiddelde van 9 niet mogelijk zou zijn, zoals de Combinatie stelt, overtuigt het hof niet. Een 9 zou in de systematiek van de leidraad moeten worden afgerond naar een 10, net zoals in het systeem van afronding naar hele getallen een 5,5 wordt afgerond naar een 6. Een en ander brengt mee dat ProRail in haar beslissing van 10 oktober 2018 terecht de totaalscore van BAM van (76 : 8 =) 9,5 heeft afgerond naar een 10 en daarmee de korting voor de bepaling van de evaluatieprijs heeft vastgesteld op 20%.
“wel een erg hoge beloning”is om bij tweemaal een 8 een totaalscore van 10 vast te stellen. Dit argument is sterk gevoelsmatig gekleurd en past in ieder geval niet meer bij vaststelling van een totaalscore op basis van deelscores van gelijk gewicht. Op de door de Combinatie verdedigde uitleg van de rekensystematiek van §§ 7.5.3 en 7.7 van de leidraad hadden de behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers daarom niet bedacht behoeven te zijn.
“Nee, het debat in hoger beroep is beperkt tot de discussie die we tot nu toe hebben gevoerd”. De voorzitter heeft daarna opgemerkt dat het hof dan ook geen vragen zal stellen over deze grondslagen, waartegen de Combinatie niet heeft geprotesteerd. Uit dit een en ander leidt het hof af dat de Combinatie die grondslagen heeft prijsgegeven, zodat zij hier niet meer hoeven te worden besproken.
€ 741,00