Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almere(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 februari 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 december 2017. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, nadat de Inspecteur het bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk had verklaard. De zaak betreft een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 105 over het jaar 2015. Belanghebbende had verzocht om een teruggaaf van omzetbelasting, maar reageerde niet op het verzoek van de Inspecteur om nadere onderbouwing. De Inspecteur legde vervolgens een naheffingsaanslag op, waartegen belanghebbende bezwaar maakte. Dit bezwaar werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. Het Hof oordeelde dat de uitspraak van de rechtbank niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, aangezien deze naar het adres van belanghebbende was gestuurd en niet naar dat van de gemachtigde. Hierdoor was de termijn voor het indienen van het hoger beroep pas gaan lopen op het moment dat de gemachtigde van de uitspraak kennisnam. Het Hof concludeerde dat het hoger beroep ontvankelijk was, maar het bezwaar van belanghebbende werd terecht niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank had het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur terecht ongegrond verklaard. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken om vergoeding van griffierecht en proceskosten af.