Uitspraak
ISD-maatregel) wordt voortgezet en dat over drie maanden wederom de noodzaak tot voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel wordt getoetst.
Overwegingen:
Beslissing
[veroordeelde] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 januari 2019 uitspraak gedaan over de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein verblijft. Het hof oordeelt dat, ondanks het feit dat de penitentiaire inrichtingen niet hebben voldaan aan hun wettelijke plicht om een dossier over de veroordeelde bij te houden, de voortzetting van de maatregel noodzakelijk is. Het hof concludeert dat opheffing van de maatregel zal leiden tot onveiligheid en overlast in het publieke domein. De rechtbank Amsterdam had eerder besloten de tenuitvoerlegging van de maatregel voort te zetten, maar het hof vernietigt deze beslissing en wijst het verzoek tot tussentijdse beëindiging van de maatregel af.
De veroordeelde, geboren in 1962, heeft een problematische achtergrond met alcoholverslaving en heeft zich niet willen meewerken aan behandeling. Het hof heeft ter zitting de veroordeelde en zijn raadsman gehoord, evenals de advocaat-generaal en een deskundige van de P.I. Nieuwegein. De P.I. heeft geadviseerd de maatregel voort te zetten, gezien het hoge recidiverisico en het gebrek aan behandeling. De raadsman van de veroordeelde heeft verzocht om beëindiging van de maatregel, maar het hof oordeelt dat er nog mogelijkheden zijn voor behandeling en dat de veroordeelde niet op straat mag komen te staan.
Het hof benadrukt dat de P.I. Nieuwegein en P.I. Almere niet adequaat hebben gefunctioneerd in het bijhouden van de dossiers en het verstrekken van informatie. Desondanks is het hof van mening dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is om de veiligheid van de maatschappij te waarborgen. Het hof besluit de beslissing van de rechtbank te vernietigen en het verzoek tot beëindiging van de maatregel af te wijzen.