Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Ontvankelijkheid van de advocaat-generaal
Overweging met betrekking tot het bewijs
Inleiding
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 mei 2016, opgenomen op pagina 112 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRCC16016-ULWARTH d.d. 16 maart 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 23 augustus 2016, opgenomen op pagina 585 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Een geneeskundige verklaring, op 5 september 2016 opgemaakt en ondertekend door C. Oostdam, forensisch arts KNMG, opgenomen op pagina 56 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende, als verklaring:
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitdraai uit het medische dossier betreffende [slachtoffer 2] , opgenomen op pagina 49 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 16 augustus 2016, opgenomen op pagina 671 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juli 2016, opgenomen op pagina 981 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant(en):
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 8 april 2016, opgenomen op pagina 897 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 8 april 2016, opgenomen op pagina 904 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 april 2016, los in het dossier opgenomen, inhoudende als relaas van verbalisant(en):
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 4 mei 2017, los opgenomen in het dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 15 juni 2017, los opgenomen in het dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 juni 2017, los opgenomen in het dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Een geneeskundige verklaring, op 26 mei 2017 opgemaakt en ondertekend door Drs. [naam] , forensisch arts FMGC, los opgenomen in het dossier, voor zover inhoudende, als verklaring:
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van dit hof op 10 mei 2019, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 september 2016, opgenomen op pagina 799 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRCC16016-ULWARTH d.d. 16 maart 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 25 november 2016, opgenomen op pagina 799 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRCC16016-ULWARTH d.d. 16 maart 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris d.d. 12 juli 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 16 maart 2017, opgenomen op pagina 397 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant(en):
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris d.d. 12 juli 2017, inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris d.d. 12 juli 2017, inhoudende als verklaring van [getuige 5] :
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 28 september 2016, opgenomen op pagina 694 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 6]:
De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van dit hof van 10 mei 2019, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
Oordeel van het hof
Vrijspraak feiten 1, 2 en 3 (18-750086-16)
Vrijspraak feit 7 (18-750086-16)
Bewezenverklaring overige feiten
Bewezenverklaring
of omstreeks de periode van juni 2012 tot en met 29december
20142013 te Leeuwarden,
meermalen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, (te weten [slachtoffer 2] ), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
met kracht)tegen het hoofd en elders tegen het lichaam heeft gestompt en/
ofmet een asbak tegen het hoofd heeft geslagen en/
ofdoor een ijzeren bed heen heeft geslagen (rond de kerstdagen in 2013,
blz. 552)terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf telkens niet is voltooid,
of omstreeksde periode van juni 2012 tot en met 29 december 2014 te Leeuwarden, opzettelijk mishandelend [slachtoffer 2] met een schaar in haar benen heeft gesneden,
of omstreeksde periode van 9 februari 2016 tot en met 8 april 2016, te Leeuwarden, meermalen, opzettelijk [slachtoffer 3] heeft mishandeld, immers heeft verdachte die [slachtoffer 3]
of
of
of omstreeks5 juli 2016 te Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan [slachtoffer 3] , die [slachtoffer 3] , opzettelijk, meermalen, langdurig, met kracht
op en/oftegen het hoofd heeft geslagen
en/of gestompt (met de vuist en/of met een voorwerp)terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij in
of omstreeksde periode van 12 mei 2014 tot en met 24 oktober 2014 te Leeuwarden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,meermalen,
althans eenmaal,door geweld of een andere feitelijkheid en/
ofbedreiging met geweld
of een andere feitelijkheid,[slachtoffer 4] (geboren op 11 mei 1995) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer, handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel, binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] ,
tezamen en in vereniging met zijn mededader en/of alleen(onder meer) zijn penis
en/of vingers en/ofin de vagina
en/of elders in het lichaamvan die [slachtoffer 4] gebracht en bestond dat geweld of die feitelijkheid
en/of de bedreiging met geweld
en/of die andere feitelijkheidhierin (onder meer) dat verdachte
of
of
of
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 10.000,00 (tienduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
€ 10.000,00 (tienduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 10.000,00 (tienduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
85 (vijfentachtig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.