ECLI:NL:GHARL:2019:11283

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 december 2019
Publicatiedatum
7 januari 2020
Zaaknummer
21-000029-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake Opiumwet met veroordeling tot voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 1954 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, voor het opzettelijk aanwezig hebben van bijna 100 kilo harddrugs, waaronder MDMA en amfetamine. Het hof heeft het hoger beroep van de verdachte gedeeltelijk gegrond verklaard, maar heeft de strafoplegging aangepast. De verdachte heeft de aanwezigheid van de drugs in zijn woning gedoogd en heeft actief bijgedragen aan de drugshandel. Het hof heeft rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder de traumatiserende gevolgen die de verdachte heeft ondervonden van de strafzaak. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van 2 jaren, en een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uren. Het hof heeft de verbeurdverklaring van in beslag genomen voorwerpen gelast en de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor de vrijspraken in eerste aanleg. De uitspraak is gedaan in het belang van de volksgezondheid en ter voorkoming van herhaling van strafbare feiten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-000029-18
Uitspraak d.d.: 23 december 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 20 december 2017 met parketnummer 05-881120-16 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1954,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 9 december 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. De advocaat-generaal heeft gevorderd het vonnis van de eerste rechter te bevestigen met uitzondering van de strafoplegging en de verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. J. Steenbrink, naar voren is gebracht.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

De verdachte is in eerste aanleg vrijgesproken van het onder 2 en het onder 3 primair en subsidiair ten laste gelegde. Namens de verdachte is onbeperkt hoger beroep ingesteld. Het hof stelt vast dat in de appelschriftuur weliswaar staat vermeld dat het hoger beroep zich niet richt tegen de gegeven vrijspraken, maar overweegt dat de inhoud van de appelakte leidend is. Het hof zal derhalve de verdachte, voor zover het hoger beroep is gericht tegen die gegeven vrijspraken, niet ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep.
Het vonnis waarvan beroep
De verdachte is in eerste aanleg, zoals reeds overwogen, vrijgesproken van het onder 2 en onder 3 primair en subsidiair ten laste gelegde en ter zake het onder 1 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, onder de bijzondere voorwaarden dat verdachte zich zal melden bij en zich zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Voorts is een beslissing genomen omtrent inbeslaggenomen voorwerpen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan de verdachte is – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 26 april 2016 te Zevenaar
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
  • ongeveer 87,58 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of
  • ongeveer 9,9 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde MDMA en/of amfetetamine
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
of omstreeks26 april 2016 te Zevenaar
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
  • ongeveer 87,58 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en
  • ongeveer 9,9 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde MDMA en
/ofamfetamine
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zijn medeverdachte in de gevangenis leren kennen en heeft, na weer in vrijheid te zijn gesteld, met hem contact opgenomen en uiteindelijk zijn intrek genomen in een woning waarvan de huur werd betaald door die medeverdachte. In of bij deze woning werden grote hoeveelheden drugs van de medeverdachte opgeslagen. De verdachte heeft de aanwezigheid van de drugs in of bij zijn woning niet alleen gedoogd, maar heeft ook een actieve bijdrage geleverd door – in opdracht van de medeverdachte – zelf verdovende middelen te vervoeren.
De verdachte heeft zich door het vorenstaande schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs. Het aanwezig hebben van harddrugs kan naar algemeen bekend is een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormen en kan daarnaast, direct en/of indirect, tot diverse vormen van criminaliteit leiden. De verdachte heeft daar kennelijk zijn ogen voor gesloten.
Het hof heeft bij de straftoemeting acht geslagen op de oriëntatiepunten van het LOVS, die bij het voorhanden hebben van de bewezen verklaarde hoeveelheid harddrugs een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden indiceren.
Het hof heeft wat betreft de persoon van de verdachte in het bijzonder de omstandigheid in aanmerking genomen dat hij blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële documentatie d.d. 11 november 2019 niet eerder ter zake van de Opiumwet met politie of justitie in aanraking is gekomen en voorts voor zover thans nog relevant niet eerder strafrechtelijk werd veroordeeld.
Voorts houdt hof het bijzonder in strafverminderende zin rekening met de omstandigheid dat de verdachte een open proceshouding heeft ingenomen en dat hij zeer ernstige en traumatiserende gevolgen van deze strafzaak heeft ondervonden. Zo is de verdachte na de inbeslagname van de verdovende middelen door anderen bedreigd, ernstig mishandeld en gegijzeld. De verdachte is na deze “bestraffing” door het criminele milieu in een getuigenbeschermingsprogramma opgenomen en heeft tegenover de politie openheid van zaken gegeven, waardoor hij niet zichzelf, maar ook anderen heeft belast.
Het hof heeft ook de inhoud en het advies van het reclasseringsrapport d.d. 13 maart 2019 dat over de verdachte is opgemaakt in zijn overwegingen betrokken. Onder meer acht de reclassering het herhalingsgevaar laag en is niet geadviseerd tot het opleggen van bijzondere voorwaarden.
Gelet op de aangetroffen hoeveelheden harddrugs kan in beginsel niet anders kan worden gereageerd dan met een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof ziet echter in hetgeen hiervoor is overwogen aanleiding om de vordering van de advocaat-generaal grotendeels te volgen. Het hof merkt daarbij op dat het voor een bijzonder lastige afweging heeft gestaan, gelet op de ernst en aard van het bewezen verklaarde feit, het aandeel van de verdachte daarin en de, deels welbewuste, keuzes met de bijbehorende risico’s die hij heeft gemaakt. Een voorwaardelijke gevangenisstraf van hierna te melden duur, teneinde de ernst van de normoverschrijding te onderstrepen en de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw schuldig te maken aan strafbare feiten, met daarnaast een taakstraf van maximale duur, acht het hof, alles afwegende, passend en geboden.

Beslag

Verbeurdverklaring
De volgende inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het onder 1 bewezen verklaarde is begaan of voorbereid.
  • 1.00 STK papier, opschrift Surfin USA;
  • 1.00 STK papier, opschrift Dance Party;
  • 1.00 STK weegschaal, klein;
  • 4.00 STK keukenartikelen, drie maatbekers en trechter;
  • 1.00 STK weegschaal, groot;
  • 3.00 STK folie, plastic folie;
  • 1.00 STK buis, flexibele buis, luchtafvoer;
  • 1.00 STK meetapparatuur, voor vaststellen PH-waarde;
  • 1000.00 STK zak, gripzakjes.
Onttrekking aan het verkeer
De volgende inbeslaggenomen en nog niet teruggeven voorwerpen – welke bij gelegenheid van het onderzoek naar de drugs zijn aangetroffen – dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
  • 1.00 STK olie, wapenolie;
  • 1.00 STK revolver, Smith & Wesson.38 SPL;
  • 5.00 STK patroon, CBC.38 SPL, revolvermunitie;
  • 18.00 STK munitie, 9 mm;
  • 1.00 STK pistool, kleur: zwart, Grand Power K100 K051689, Slowakije kaliber 9.
Teruggave
Nu zich tot slot geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de volgende voorwerpen aan de rechthebbende(n):
  • 1.00 STK telefoontoestel, Samsung;
  • 1.00 STK brief, handgeschreven brief;
  • 1.00 STK handboei, in etui;
  • 1.00 STK oven;
  • 1.00 STK tas, plastic tas.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 22c, 22d, 24, 33, 33a, 36b, 36c, 36d en 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2, 3 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
3. 1.00 1.00 STK papier, opschrift Surfin USA;
3. 1.00 1.00 STK papier, opschrift Dance Party;
3. 1.00 1.00 STK weegschaal, klein;
3. 1.00 4.00 STK keukenartikelen, drie maatbekers en trechter;
9. 1.00 1.00 STK weegschaal, groot;
9. 1.00 3.00 STK folie, plastic folie;
9. 1.00 1.00 STK buis, flexibele buis, luchtafvoer;
13. 1.00 1.00 STK meetapparatuur, voor vaststellen PH-waarde;
13. 1.00 1000.00 STK zak, gripzakjes.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1.00 STK olie, wapenolie;
16. 1.00 1.00 STK revolver, Smith & Wesson.38 SPL;
16. 1.00 5.00 STK patroon, CBC.38 SPL, revolvermunitie;
16. 1.00 18.00 STK munitie, 9 mm;
16. 1.00 1.00 STK pistool, kleur: zwart, Grand Power K100 K051689, Slowakije kaliber 9.
Gelast de
teruggaveaan rechthebbende(n) van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1.00 STK telefoontoestel, Samsung;
1.00 STK brief, handgeschreven brief;
1.00 STK handboei, in etui;
1.00 STK oven;
1.00 STK tas, plastic tas.
Aldus gewezen door
mr. A.J.M. Kaptein, voorzitter,
mr. H.M.D. de Jong en mr. F.W. van Lottum, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K. Elema, griffier,
en op 23 december 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. F.W. van Lottum is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 23 december 2019.
Tegenwoordig:
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. J. Zeilstra, advocaat-generaal,
mr. D. van der Geld, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.