ECLI:NL:GHARL:2019:11252

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
31 december 2019
Publicatiedatum
31 december 2019
Zaaknummer
21-002449-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en overtreding van de Wet wapens en munitie

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte is beschuldigd van medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De feiten dateren van 2 december 2016, toen de benadeelde partij, [benadeelde 1], werd ontvoerd in Nunspeet. De verdachte en zijn mededaders hebben de benadeelde met geweld uit zijn auto getrokken, geblinddoekt, geboeid en onder bedreiging van vuurwapens gedwongen in een voertuig te stappen. De benadeelde werd vervolgens gedurende meerdere uren vastgehouden in een loods. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de verdachte betrokken was bij deze ontvoering, onder andere door DNA-sporen die op de plaats delict zijn aangetroffen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij van in totaal € 8.310,00, bestaande uit materiële en immateriële schade. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de benadeelde partij meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002449-18
Uitspraak d.d.: 31 december 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 18 april 2018 met parketnummer 05-882110-16 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende te [woonplaats] ,
thans uit anderen hoofde verblijvende in [detentie] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 3 december 2019 en 17 december 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. M.A.W. Nillesen, naar voren is gebracht.
Omvang van het hoger beroep
Verdachte is bij vonnis waarvan beroep vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde. De officier van justitie heeft het hoger beroep bij akte beperkt tot de feiten 1 en 3.
Hoger beroep tegen deze vrijspraak staat voor verdachte niet open. Het hof zal verdachte daarom in zoverre niet-ontvankelijk in het hoger beroep verklaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging komt. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is – na nadere omschrijving van de tenlastelegging in eerste aanleg en voor zover in hoger beroep aan de orde – ten laste gelegd dat:

1.primair:

hij op of omstreeks 2 december 2016 in de gemeente Nunspeet en/of elders in Nederland en/of in België,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen opzettelijk [benadeelde 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, met het oogmerk die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] (de zakenpartner van die [benadeelde 1] ) en/of een of meer anderen te dwingen iets te doen,
te weten (onder meer) - zakelijk weergegeven - het betalen van een aanzienlijk geldbedrag en/of afgifte van 2000 "blokken" (cocaïne/harddrugs) aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of het rechtstreeks onder de marktprijs verkopen van hoeveelheden (hard)drugs aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) althans tot een of meer (soortgelijke) transactie(s)/ handeling(en),
immers heeft/hebben en/of is/zijn hij, verdachte en/of zijn mededaders
-
op de openbare weg (in de gemeente Nunspeet) de auto, waarin die [benadeelde 1] reed, met een of meer auto's/voertuigen klemgereden en/of gehuld in bivakmutsen op die [benadeelde 1] toegelopen en/of die [benadeelde 1] onder bedreiging van een of meer (vuur)wapen(s), althans op (een) wapen(s) gelijkende voorwerpen, gedwongen uit diens auto te stappen en/of deze uit diens auto getrokken en/of die [benadeelde 1] geblinddoekt en/of geboeid en/of gekneveld en/of gedwongen mee te lopen naar - en/of in te stappen in een voertuig van hem, verdachte, en/of zijn mededaders en/of
-
die [benadeelde 1] tegen diens wil vervoerd naar - en/of gedurende meerdere uren, althans gedurende lange tijd, ondergebracht in een (voor die [benadeelde 1] onbekende) loods en/of een soortgelijke afgesloten ruimte en/of
-
die [benadeelde 1] vastgebonden en/of geslagen/gestompt en/of bedreigd met (een) vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) en/of
-
de benen en/of het bovenlichaam van die [benadeelde 1] met cellofaan omwikkeld en/of
-
die [benadeelde 1] besproeid/overgoten met een vloeistof en/of het hoofd van die [benadeelde 1] ingetaped en/of daarbij aan deze toegevoegd dat die [benadeelde 1] dan minder geluid zou maken als deze in de brand stond en/of deze gevraagd hoeveel kinderen die [benadeelde 1] had en/of waar diens dochter woonde en/of dat, als die [benadeelde 1] zou liegen, de brand erin zou gaan en/of
-
aangegeven dat verdachte en/of zijn mededaders die [benadeelde 1] zouden vrijlaten, maar dat als deze naar de politie ging, zij eerst diens dochter en/of die [benadeelde 1] zelf zouden vermoorden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking toegevoegd en/of
-
die [benadeelde 1] anderszins bedreigd en/of
-
die [benadeelde 1] gedurende lange tijd belet om die loods/ruimte te verlaten;

1.subsidiair:

hij op of omstreeks 2 december 2016 in de gemeente Nunspeet en/of elders in Nederland en/of in België
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde 1] van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft/hebben en/of is/zijn hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
-
op de openbare weg (in de gemeente Nunspeet) de auto, waarin die [benadeelde 1] reed, met een of meer auto's/voertuigen klemgereden en/of gehuld in bivakmutsen op die [benadeelde 1] toegelopen en/of die [benadeelde 1] onder bedreiging van een of meer (vuur)wapen(s), althans op (een) wapen(s) gelijkende voorwerpen, gedwongen uit diens auto te stappen en/of deze uit diens auto getrokken en/of die [benadeelde 1] geblinddoekt en/of geboeid en/of gekneveld en/of gedwongen mee te lopen naar - en/of in te stappen in een voertuig van hem, verdachte, en/of zijn mededaders en/of
-
die [benadeelde 1] tegen diens wil vervoerd naar - en/of gedurende meerdere uren, althans gedurende lange tijd, ondergebracht in een (voor die [benadeelde 1] onbekende) loods en/of een soortgelijke afgesloten ruimte en/of
-
die [benadeelde 1] vastgebonden en/of geslagen/gestompt en/of bedreigd met (een) vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) en/of
-
de benen en/of het bovenlichaam van die [benadeelde 1] met cellofaan omwikkeld en/of
-
die [benadeelde 1] besproeid/overgoten met een vloeistof en/of het hoofd van die [benadeelde 1] ingetaped en/of daarbij aan deze toegevoegd dat die [benadeelde 1] dan minder geluid zou maken als deze in de brand stond en/of deze gevraagd hoeveel kinderen die [benadeelde 1] had en/of waar diens dochter woonde en/of dat, als die [benadeelde 1] zou liegen, de brand erin zou gaan en/of
-
aangegeven dat verdachte en/of zijn mededaders die [benadeelde 1] zouden vrijlaten, maar dat als deze naar de politie ging, zij eerst diens dochter en/of die [benadeelde 1] zelf zouden vermoorden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking toegevoegd en/of
-
die [benadeelde 1] anderszins bedreigd en/of
-
die [benadeelde 1] gedurende lange tijd belet om die loods/ruimte te verlaten en/of
-
die [benadeelde 1] achtergelaten in een voor die [benadeelde 1] onbekende plaats;
3:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2016 tot en met 2 december 2016 in de gemeente(n) Tilburg en/of Oss en/of Nunspeet en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
een pistool (Zastava M57, kaliber 7.62 Tokarev), zijnde/althans een wapen van categorie III (onder 1) en/of
een patroonhouder, bestemd en passend in voornoemd pistool/wapen, zijnde een wapen van categorie III en/of
acht, althans een aantal voor voornoemd pistool/wapen geschikte patronen, althans/zijnde munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad en/of
een voor een (vuur)wapen geschikte patroonhouder, zijnde een wapen van categorie III en/of 15, althans een aantal voor een vuurwapen geschikte patronen, althans/zijnde munitie van categorie III voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 primair en 3 ten laste gelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Daartoe heeft de raadsman onder meer aangevoerd dat:
  • de signalementen van de daders niet overeenkomen met dat van verdachte;
  • de dader handschoenen droeg en daardoor geen DNA heeft kunnen achterlaten in de Mercedes Sprinter;
  • de Mercedes Sprinter vóór 2 december 2016 door iemand anders dan verdachte in de omgeving is neergezet;
  • het DNA van verdachte daarom niet noodzakelijkerwijs op 2 december 2016 (op de voorwerpen) in de Mercedes Sprinter terecht is gekomen;
  • verdachte weliswaar het aangetroffen vuurwapen op een eerder moment in zijn handen heeft gehad, maar daar niet de beschikkingsmacht over heeft gehad.
Vaststaande feiten
Aangever [benadeelde 1] is op 2 december 2016 om ongeveer 10:30 uur op de Oenenburgweg te Nunspeet in zijn auto (Mercedes E-klasse, kenteken [kenteken] ) klemgereden door onder meer een zwarte Mercedes Sprinter, voorzien van het kenteken [kenteken] . Drie gemaskerde mannen hebben [benadeelde 1] vervolgens uit zijn auto getrokken, naar de grond gebracht, geboeid, geblinddoekt en achterin een donkere BMW gezet. Vervolgens zijn de daders met [benadeelde 1] weggereden. Op door een omwonende met een telefoon gemaakte beelden van de ontvoering is de zien dat de dader die wegreed in de Mercedes Sprinter een vuurwapen in zijn hand had. [benadeelde 1] is in een loods gevangen gehouden en later die dag weer vrijgelaten. De Mercedes Sprinter met het kenteken [kenteken] is op 2 december 2016 om 10:55 uur aangetroffen op een carpoolplaats aan de [locatie] in Nunspeet.
Er is sporenonderzoek verricht aan en in de Mercedes Sprinter. Er zijn sporen veiliggesteld op onder meer het stuur en de versnellingspook, op een patroonhouder die op de vloer van de auto werd aangetroffen en op (de buitenkant en het batterijgedeelte van) een portofoon die in het vakje van het rechtervoorportier is gevonden. De uit die sporen afgeleide DNA(meng)profielen komen telkens overeen met het DNA‑profiel van verdachte.
Op de carpoolplaats is op vijf meter van de Mercedes Sprinter een vuurwapen van het merk Zastava aangetroffen. Daarin zat een patroonhouder met acht patronen. Uit de bemonsteringen van zowel het magazijn als drie van de acht patronen is een DNA-profiel afgeleid dat overeenkomt met het DNA-profiel van verdachte.
De hiervoor besproken resultaten van het DNA‑onderzoek zijn in de onderstaande tabel weergegeven.
Spoor (SIN)
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
Spreekgedeelte portofoon (AAKA8794NL#01)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Binnenkant batterijencompartiment portofoon (AAKA8794NL#03)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Buitenkant patroonhouder aangetroffen in Mercedes Sprinter (AAKA8796NL#01)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Versnellingspook (AAKA9104NL#01)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Stuur (AAKA9105NL#01)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Rondom trekker Zastava (AAKH9427NL#01)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Magazijn Zastava (AAKH9428NL#01)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Patronen Zastava (AAKH978INL#01, 03 en 04)
[verdachte]
kleiner dan 1 op 1 miljard
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1 en 3 ten laste gelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij in het bijzonder als volgt.
Uit diverse bemonsteringen van de Mercedes Sprinter, waarvan is vastgesteld dat deze dezelfde ochtend waarop hij werd aangetroffen is gebruikt voor de ontvoering van [benadeelde 1] , zijn DNA-profielen afgeleid die overeenkomen met het DNA-profiel van verdachte. Het vergelijken van die profielen met de DNA-profielen van de medeverdachten heeft geen match opgeleverd.
In en in de buurt van de Mercedes Sprinter zijn verschillende voorwerpen aangetroffen die, naar het zich laat aanzien, zijn gebruikt bij de ontvoering of in ieder geval daarvoor geschikt zijn. Uit bemonsteringen op en in een aantal van die voorwerpen zijn ook DNA-profielen afgeleid die overeenkomen met dat van verdachte.
Op de videobeelden van de ontvoering is te zien dat de ontvoerder die wegreed in de Mercedes Sprinter een vuurwapen in zijn hand heeft.
Getuige [getuige 1] heeft op 2 december 2016 verklaard dat hij omstreeks 10.35 uur zag dat op de carpoolplaats aan de [locatie] in Nunspeet een in het zwart geklede man met een ringbaardje aan kwam lopen en in een Mercedes E-klasse stapte. Deze getuige wist zich te herinneren dat het kenteken van die auto begon met ‘ […] ’ en eindigde op ‘ […] ’. De getuige heeft na het bekijken van de beelden van de ontvoering verklaard dat de man die tijdens de ontvoering in de zwarte Mercedes Sprinter stapte dezelfde man is die hij vanaf de carpoolplaats in de richting van de Mercedes personenauto heeft zien lopen.
Op een foto bij een bericht op Instagram van 3 december 2016 is te zien dat verdachte een ringbaardje draagt.
Getuige [getuige 2] heeft op 2 december 2016 verklaard dat de Mercedes Sprinter met het kenteken [kenteken] al twee weken op de parkeerplaats naast zijn woning aan de [adres] stond. Getuige [getuige 3] heeft op 2 december 2016 verklaard dat diezelfde Mercedes Sprinter er ongeveer drie weken heeft gestaan en in de tussentijd een keer is verplaatst. Hieruit leidt het hof af dat de Mercedes Sprinter doelbewust geruime tijd vóór de ontvoering en met die ontvoering als doel in Nunspeet is neergezet.
Daarnaast neemt het hof een aantal indirecte aanwijzingen voor verdachtes betrokkenheid bij de ontvoering in aanmerking, zoals deze uit het dossier blijken.
Verdachte is medegebruiker van een Opel Vectra met het kenteken [kenteken] . Op 2 december 2016 is dat voertuig blijkens gegevens van een automatic license plate recognition system (ARS) in de avond richting de locatie gereden waar de bij de ontvoering gebruikte BMW uitgebrand is teruggevonden. Rond het tijdstip van de brand – ongeveer 22:00 uur – is volgens eenzelfde ARS‑registratie deze Opel Vectra weer in de richting van Tilburg gereden.
Op 16 november 2016 rond 17:04 uur heeft een telefoonnummer in gebruik bij verdachte ( [telefoonnummer] ) een mast in Nijkerk aangestraald, zijnde relatief dicht bij de plaats waar later het feit werd gepleegd, zeker gezien de woonplaats van verdachte ( [woonplaats] ).
Op een valse kentekenplaat, aangetroffen in de Mercedes Sprinter, is DNA aangetroffen dat overeenkomt met dat van medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] is een belcontact van verdachte.
Tot slot is op één van de patronen in het magazijn van het wapen dat naast de Mercedes Sprinter werd aangetroffen, DNA-materiaal aangetroffen dat overeenkomt met dat van verdachtes toenmalige vriendin en medeverdachte [medeverdachte 2] .
Op grond van het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, is verdachte aan te merken als de laatste gebruiker van de Mercedes Sprinter, en daarmee als een van de daders, tenzij verdachte daar een aannemelijk alternatief scenario tegenover kan zetten.
Verdachte heeft zich tegenover de politie steevast op zijn zwijgrecht beroepen. Pas in een veel later stadium, tijdens een getuigenverhoor bij de rechter-commissaris op 21 december 2017, is hij voor het eerst gekomen met een verklaring voor de in de Mercedes Sprinter en op de hiervoor vermelde voorwerpen aangetroffen DNA-sporen. Verdachte heeft verklaard dat hij eind november 2016 in de bus
(het hof begrijpt: de Mercedes Sprinter)heeft gereden. Hij zou toen met ene [naam 1] en [naam 2] na een clubavond van hun motorclub naar zijn woonwagen in Tilburg zijn gereden om van die [naam 2] een wapen voor een vriendin/scharrel aan te schaffen. Verdachte zou toen verschillende wapens en kogels in zijn handen hebben gehad. In de bus zou hij ook aan een portofoon hebben gezeten en ‘breaky breaky’ hebben gedaan.
Ter zitting van de rechtbank heeft verdachte daar nog aan toegevoegd dat hij ook de batterijen in die portofoon heeft gedaan. Ter zitting van het hof heeft verdachte verklaard dat [naam 1] en [naam 2] weer zijn vertrokken met de Mercedes Sprinter en dat hij toen in Tilburg is achtergebleven.
Het hof acht de verklaringen van verdachte niet aannemelijk geworden. In en op de voor de ontvoering bestemde en gebruikte Mercedes Sprinter, het vuurwapen en de bijbehorende munitie zijn met dat van verdachte overeenkomende DNA-profielen prominent aanwezig. Naar het oordeel van het hof is het daarom zeer onwaarschijnlijk dat iemand anders dan verdachte tijdens de ontvoering de Mercedes Sprinter heeft bestuurd. Dan was in de bemonsteringen minder celmateriaal te verwachten dat – met een matchkans van kleiner dan 1 op 1 miljard – overeenkomt met het DNA‑profiel van verdachte. Dit geldt temeer omdat een rit van – ten minste – Tilburg naar Nunspeet betekent dat de stuurinrichting en de versnellingspook intensief door een ander of anderen dan verdachte zouden moeten zijn gebruikt. Het verweer van de raadsman dat de dader op de beelden handschoenen droeg op het moment dat hij in de Mercedes Sprinter stapte en daarom geen DNA-sporen heeft achtergelaten, verwerpt het hof, omdat niet is gebleken dat die dader handschoenen droeg terwijl hij in de Mercedes Sprinter reed.
Daarbij komt dat meerdere getuigen hebben verklaard dat de Mercedes Sprinter al twee à drie weken vóór de ontvoering in Nunspeet stond geparkeerd.
Op grond van het voorgaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen [benadeelde 1] wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd heeft gehouden (feit 1 subsidiair).
Het hof komt niet tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde, omdat [benadeelde 1] al na enkele uren is vrijgelaten en niet is vast te stellen dat op dat moment het oogmerk was om [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of een of meer anderen te dwingen iets te doen of niet te doen.
Verdachte zal derhalve van het onder 1 primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Ten slotte acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 3 ten laste gelegde Zastava, patroonhouders (waarvan een uit de Zastava) en patronen voorhanden heeft gehad. Op de patroonhouders en drie patronen uit de patroonhouder in de Zastava is celmateriaal aangetroffen waarvan het DNA‑profiel matcht met dat van verdachte. Ten aanzien van het DNA-mengprofiel rondom de trekker van het vuurwapen (AAKH9427NL#01) blijkt verder als conclusie van het aanvullend NFI-onderzoek dat het verkregen DNA-mengprofiel meer dan 1 op 1 miljard keer waarschijnlijker is wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is, waarbij hypothese 1 is: De bemonstering bevat DNA van [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen en hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van drie willekeurige onbekende personen. Dat verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van die voorwerpen en dat hij beschikkingsmacht had over die voorwerpen leidt het hof af uit het aantreffen van die voorwerpen kort na de ontvoering in of in de directe omgeving van de bij die ontvoering door verdachte gebruikte Mercedes Sprinter.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.subsidiair:

hij opof omstreeks2 december 2016 in de gemeente Nunspeeten/of elders in Nederland en/of in België
tezamen en in vereniging meteen ander ofanderen, althans alleen,opzettelijk [benadeelde 1] van de vrijheid heeft beroofd en/ofberoofd gehouden,
immersheeft/hebbenen/ofis/zijn hij, verdachte en/ofzijn mededader(s)
-
op de openbare weg (in de gemeente Nunspeet) de auto, waarin die [benadeelde 1] reed, met een of meer auto's/voertuigenklemgereden en/ofgehuld in bivakmutsen op die [benadeelde 1] toegelopen en/ofdie [benadeelde 1] onder bedreiging van een of meer(vuur)wapen(s), althans op (een) wapen(s) gelijkende voorwerpen, gedwongen uit diens auto te stappen en/of dezeuit diens auto getrokken en/ofdie [benadeelde 1] geblinddoekt en/ofgeboeid en/of gekneveld en/ofgedwongen mee te lopen naar - en/ofin te stappen in een voertuig van hem, verdachte, en/of zijn mededaders en/of
-
die [benadeelde 1] tegen diens wil vervoerd naar - en/ofgedurende meerdere uren, althans gedurende lange tijd,ondergebracht in een (voor die [benadeelde 1] onbekende) loodsen/of een soortgelijke afgesloten ruimteen/of
-
die [benadeelde 1] vastgebonden en/ofgeslagen/gestompt en/ofbedreigd met (een) vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en)en/of
-
de benen en/ofhet bovenlichaam van die [benadeelde 1] met cellofaan omwikkeld en/of
-
die [benadeelde 1] besproeid/overgoten met een vloeistof en/ofhet hoofd van die [benadeelde 1] ingetaped en/ofdaarbij aan deze toegevoegd dat die [benadeelde 1] dan minder geluid zou maken als deze in de brand stond en/ofdeze gevraagd hoeveel kinderen die [benadeelde 1] had en/ofwaar diens dochter woonde en/ofdat, als die [benadeelde 1] zou liegen, de brand erin zou gaan en/of
-
aangegeven dat verdachte en/ofzijn mededaders die [benadeelde 1] zouden vrijlaten, maar dat als deze naar de politie ging, zij eerst diens dochter en/ofdie [benadeelde 1] zelf zouden vermoorden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking toegevoegden/of
-
die [benadeelde 1] anderszins bedreigd en/of
-
die [benadeelde 1] gedurende lange tijd belet om die loods/ruimtete verlaten en/of
-
die [benadeelde 1] achtergelaten in een voor die [benadeelde 1] onbekende plaats;
3:
hij inof omstreeksde periode van 1 juni 2016 tot en met 2 december 2016 in de gemeente(n) Tilburg en/of Oss en/of Nunspeet en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
een pistool (Zastava M57, kaliber 7.62 Tokarev), zijnde/althanseen wapen van categorie III(onder 1)en/of
een patroonhouder, bestemd en passend in voornoemd pistool/wapen, zijnde een wapen van categorie III en/of
acht, althans een aantalvoor voornoemd pistool/wapengeschikte patronen,althans/zijnde munitie van categorie III, voorhanden heeft gehad en/of
een voor een(vuur)wapen geschikte patroonhouder, zijnde een wapen van categorie III en/of15, althans een aantalvoor een vuurwapen geschikte patronen,althans/zijnde munitie van categorie III voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
de eendaadse samenloop van
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft de verdachte voor het onder 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes jaar met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft in verband met de bepleite vrijspraak geen strafmaatverweer gevoerd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [benadeelde 1] en hem enige tijd tegen zijn wil vastgehouden. [benadeelde 1] is onder bedreiging van een vuurwapen vastgebonden, geblinddoekt en in een auto gezet. Vervolgens is hij meegenomen en onder meer ingetaped en bedreigd. In de middag is [benadeelde 1] op een voor hem onbekende plaats achtergelaten en moest hij maar zien hoe hij thuiskwam. Verdachte en zijn mededaders zijn, gezien de voorbereidingen en de manier van uitvoeren, zeer berekenend en professioneel te werk gegaan.
De bedreigingen en de vrijheidsberoving hebben een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke bewegingsvrijheid en de lichamelijke integriteit van [benadeelde 1] . Dergelijk optreden is zeer bedreigend en namens [benadeelde 1] is aangevoerd dat hij tot op de dag van vandaag met de gevolgen heeft te kampen.
Gezien de ernst van de ontvoering acht het hof voor feit 1 subsidiair een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een aanzienlijke duur passend en geboden.
Het LOVS-oriëntatiepunt voor het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
Uit het op zijn naam staand Uittreksel Justitiële Documentatie van 1 november 2019 blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van onder meer geweldsdelicten en vermogensdelicten. Recent is aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar opgelegd ter zake van meerdere pogingen tot doodslag. Daaruit blijkt dat verdachte het gebruik van (extreem) geweld niet schuwt. Het hof weegt dit in strafverzwarende zin mee.
Gelet op het voorgaande zal het hof aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar opleggen, met aftrek van voorarrest.
Beslag
De onder verdachte in beslag genomen bivakmuts dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde met behulp van dat voorwerp, dat aan de verdachte toebehoort, is begaan.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 18.310,00, bestaande uit:
- materiële schade:
o verdwenen geld : € 1.500,00
o ophalen auto etc. : € 1.210,00
o kleding : € 600,00
- immateriële schade : € 15.000,00
De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal moet worden toegewezen.
De raadsman heeft niet-ontvankelijkheid bepleit, vanwege de door hem verzochte vrijspraak. De vordering is door de verdediging niet inhoudelijk betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Uit de aangifte van [benadeelde 1] blijkt dat er € 1.500,00 aan contanten in de middenconsole van zijn auto lagen. Namens [benadeelde 1] is gesteld dat het geld na de ontvoering was verdwenen. De kosten die zijn gemaakt met onder meer het ophalen van de auto zijn onderbouwd met een factuur. De schade aan de kleding, bestaande uit een jas, een trui, een spijkerbroek en rubberen laarzen, is niet onderbouwd. Deze schade zal het hof schatten op € 600,00, waarbij het hof ervan is uitgegaan dat de jas die volgens de benadeelde partij ongeveer € 400,00 had gekost net nieuw was.
Verder is naar het oordeel van het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden door het bewezen verklaarde handelen van verdachte. Die schade komt op grond van artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek voor vergoeding in aanmerking. Voldoende is gebleken dat de benadeelde partij door de ontvoering (pijn en) letsel (aan zijn polsen en linkerhand) heeft opgelopen. Hoewel niet naar objectieve maatstaven geestelijk letsel bij de benadeelde kan worden vastgesteld, is naar het oordeel van het hof, gelet op de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelde, sprake van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’. De benadeelde is door voor hem onbekende personen klemgereden, geboeid, geblinddoekt, met cellofaan omwikkeld en daarbij met een vloeistof overgoten, waarbij is gedreigd hem in brand te steken. Ook is hij met een vuurwapen bedreigd. De benadeelde heeft verklaard doodsangsten te hebben uitgestaan en te hebben gevreesd voor zijn leven. De ontvoering heeft grote impact op hem gehad. Zo wordt hij wel eens ’s nachts badend in het zweet wakker, terwijl dit in het verleden nooit gebeurde.
Het hof acht een bedrag van € 5.000,00 als vergoeding van immateriële schade toewijsbaar.
Verdachte is in totaal tot een bedrag van € 8.310,00 tot vergoeding van de schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Ten aanzien van de resterende vordering van vergoeding van immateriële schade à € 10.000,00 – inclusief de gevorderde vergoeding van reputatieschade – is onvoldoende gebleken dat deze het rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde handelen van verdachte. De benadeelde partij kan daarom voor dat gedeelte van de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering voor dat deel nog slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De vordering van [benadeelde 2] is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. [benadeelde 2] heeft zijn vordering in hoger beroep niet gehandhaafd. Daarmee is deze vordering in hoger beroep niet meer aan de orde.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 55, 57, 63 en 282 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
een bivakmuts.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 1] ter zake van het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 8.310,00 (achtduizenddriehonderdtien euro) bestaande uit € 3.310,00 (drieduizenddriehonderdtien euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 1] , ter zake van het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 8.310,00 (achtduizenddriehonderdtien euro) bestaande uit € 3.310,00 (drieduizenddriehonderdtien euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
76 (zesenzeventig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente over de vergoeding van de materiële en de immateriële schade op 2 december 2016.
Aldus gewezen door
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. N.C. van Lookeren Campagne en mr. O.G. Schuur, raadsheren,
in tegenwoordigheid van, griffier,
en op 31 december 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 31 december 2019.
Tegenwoordig:
mr. A.B.A.P.M. Ficq, voorzitter,
mr. I.A.H.M. Schepers, advocaat-generaal,
mr. D. van der Geld, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.