Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de vader,
Jeugdbescherming Overijssel, regio Twente,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [kind 1] en [kind 2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, had de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, die de ondertoezichtstelling van [kind 2] had verlengd, aangevochten. De moeder, verweerster in hoger beroep, verzocht het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen. De GI, Jeugdbescherming Overijssel, steunde de vader in zijn verzoek om de ondertoezichtstelling van beide kinderen te verlengen tot 15 augustus 2020.
Het hof heeft vastgesteld dat de ouders sinds hun echtscheiding in 2009 in een langdurige strijd verwikkeld zijn over de zorg voor hun kinderen. Ondanks eerdere hulpverlening is er onvoldoende verbetering in de situatie van de kinderen. De GI heeft in haar rapportage aangegeven dat de kinderen nog steeds last hebben van een loyaliteitsconflict en dat de samenwerking tussen de ouders gebrekkig is. De moeder heeft een nieuwe partner en vormt met hem en de kinderen een gezin, maar de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen blijven bestaan.
Het hof heeft op basis van de feiten en de ingediende stukken geoordeeld dat de verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de kinderen. De ouders zijn niet in staat gebleken om in het belang van de kinderen samen te werken, wat leidt tot een onveilige en onvoorspelbare omgeving voor de kinderen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de ondertoezichtstelling van [kind 1] en [kind 2] verlengd tot 15 augustus 2020, met de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.