Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen,
kantoorhoudend te Groningen,
verweerder,
verder te noemen: de GI,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van mr. Rietberg van 22 februari 2019 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Rietberg van 22 maart 2019;
- een journaalbericht van mr. Kroon-Jongbloed van 25 maart 2019;
- een journaalbericht van mr. Rietberg van 15 mei 2019 met begeleidende brief van die
datum;
- een faxbericht van mr. Kroon-Jongbloed van 16 mei 2019 en bijbehorend journaalbericht;
- een journaalbericht van mr. Rietberg van 17 mei 2019;
- een faxbericht van mr. Kroon-Jongbloed van 29 augustus 2019;
- een brief met bijlagen van mr. Kroon-Jongbloed van 3 september 2019;
- een brief namens mr. Kroon-Jongbloed van 4 september 2019.
3.De vaststaande feiten
4 december 2018, het gezamenlijk gezag van de ouders over [de minderjarige] beëindigd en bepaald dat [verweerder] voortaan alleen is belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] . Het hoger beroep van [verzoekster] tegen die beschikking (zaaknummer 200.255.326/01) is op dezelfde dag behandeld als het onderhavige hoger beroep. Het hof zal daarin afzonderlijk uitspraak doen.
4.De omvang van het geschil
I. dat de GI uitvoering dient te geven aan de bestreden beschikking op straffe van
verbeuring van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel, aan haar een kopie
dient af te geven van alle informatie die over haar is opgeslagen;
sec, zonder dat de privacy van [verweerder] wordt geschonden;
- voor zover het informatie is uit contactverslagen van [de minderjarige] , deze informatie sec,
zonder dat de privacy van [de minderjarige] wordt geschonden;
deze zaak hebben beziggehouden, waarbij er uitlatingen op schrift zijn gezet inzake
[verzoekster] indien van toepassing met bronvermelding erbij;
correspondentie en gesprekverslagen en kopieën van de telefoongesprekken inzake
diskwalificerend over haar hebben uitgelaten en niet kan stellen dat de betrokken
personen niet meer werkzaam zijn in de vestiging van de GI in Groningen.
5.De motivering van de beslissing
5.8 [verzoekster] heeft voorts verzocht te bepalen dat de GI onderzoek dient te doen naar de bronnen die zich diskwalificerend over haar hebben uitgelaten. Deze procedure biedt naar het oordeel van het hof geen basis voor een dergelijk verzoek zodat het hof dat zal afwijzen.
5.9 Nu niet is gebleken dat de GI geen uitvoering heeft gegeven aan de bestreden beschikking bestaat geen aanleiding voor een dwangsom als door [verzoekster] verzocht.