subsidiair
hij, op of omstreeks 08 mei 2017, te [plaats 1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, althans in Nederland, een of meer goederen, te weten
- een waterstofzuiger (merk Karcher),
- een sporttas,
- meerdere (lege) (drank)flessen (emballage),
- snoepgoed en/of
- meerdere theedoosjes,
heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Zaak met parketnummer 16-660211-17 (gevoegd):
hij, op of omstreeks 8 mei 2017, te [plaats 1] , althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (een personenauto), daarmee rijdende over de voor het openbaar verkeer openstaande weg, te weten [locatie] , ter hoogte van [plaats 2] en/of de hockeyvereniging (gevestigd aan [locatie] en gaande in de richting van de [straat] en/of [plaats 1] , zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- terwijl hij, verdachte, geen, althans een ongeldig verklaard rijbewijs heeft en/of
- terwijl hij, verdachte, onder invloed verkeerde van (een hoeveelheid van) een middel bevattende gamma-hydroxy-boterzuur (GHB), althans na gebruik van een hoeveelheid drugs, die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden, over voornoemde [locatie] te rijden en/of
- (daarbij) niet, althans in onvoldoende mate, op het (direct voor hem gelegen) weggedeelte van [locatie] en/of het overige verkeer te letten en/of blijven te letten en/of
- (daarbij) in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een mobiele telefoon vast te houden, althans (een) handeling(en) met en/of aan een mobiele telefoon te verrichten en/of
- (daarbij) zijn voertuig niet tot stilstand kon brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en/of
- (aldus) voornoemd motorrijtuig (gedurende meerdere ogenblikken) heeft laten rijden, zonder dat hij controleerde of de weg voor hem vrij was
waardoor hij, verdachte, met dat door hem bestuurde motorrijtuig tegen een fietsster, te weten [benadeelde] is aangereden en/of gebotst die in dezelfde rijrichting als verdachte op voornoemde weg reed, door welk ongeval die [benadeelde] zwaar lichamelijk letsel en/of zodanig lichamelijk letsel, te weten een of meerdere bloeduitstorting(en) en/of kneuzing(en) en/of een diepe schaafwond, althans enig letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van haar normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, in die zin dat hij, verdachte, verkeerde onder zodanige invloed van (een hoeveelheid van) een stof, te weten GHB (gamma‑hydroxy‑boterzuur), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.