Uitspraak
GCC (ook wel: de maatschap),
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de procedure in hoger beroep
“4. (…)GCC wil haar medewerking zonder meer verlenen. Wat betreft het 'kunnen', het gaat er niet om of de maatschap dat kan, maar, als onder punt 3 betoogd, of het ziekenhuis dat kan. Zij hebben immers de administratie onder zich gehad en gevoerd en aan haar werden de betalingen gedaan.5. Uw Hof overweegt in r.o. 2.13 dat de bewijslast bij [geïntimeerde] ligt en het OHW over 2008 tot 1 december, zonder onredelijke kosten of inspanningen kan worden vastgesteld. Voorts wordt overwogen dat GCC geen genoegen behoeft te nemen met een verdeling op basis van het OHW per 31 december 2008.Het ligt dus op de weg van [geïntimeerde] de administratie bij het ziekenhuis ten behoeve van de maatschap veilig te stellen om als bewijs van zijn vordering te kunnen dienen. Heeft hij dat niet gedaan, hetgeen GCC niet bekend is, dan dient dat in de visie van GCC voor zijn rekening te komen. Zijn vordering OHW dient dan te worden afgewezen.Ten overvloede merkt GCC op dat [geïntimeerde] zijn incidentele vordering tot openlegging van de boeken van