Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtsgeldigheid van een huwelijk dat in Eritrea is gesloten. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, nadat de rechtbank Noord-Nederland haar verzoek in eerste aanleg had afgewezen. De vrouw, die in 2015 naar Nederland is gekomen en de Eritrese nationaliteit heeft, stelde dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw en de man in 2013 in Eritrea zijn gehuwd, waarbij de vrouw ten tijde van het huwelijk nog niet meerderjarig was. Het hof heeft de rechtsgeldigheid van het huwelijk beoordeeld aan de hand van de Eritrese wetgeving en de omstandigheden waaronder het huwelijk is gesloten. Het hof oordeelde dat het huwelijk rechtsgeldig was, ondanks het feit dat de vrouw op het moment van huwelijk nog geen achttien jaar oud was. Het hof heeft geconcludeerd dat de erkenning van het huwelijk in Nederland niet in strijd is met de openbare orde, omdat de vrouw op het moment van de aanvraag voor registratie in de Basisregistratie Personen wel meerderjarig was. Gezien de langdurige scheiding tussen de partijen en het feit dat de vrouw het huwelijk als duurzaam ontwricht beschouwde, heeft het hof de echtscheiding uitgesproken en de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd.