Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze tussenbeschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, uitgesproken op 26 november 2019, wordt de zaak aangehouden zodat partijen zich kunnen uitlaten over een beslissing van het Ambtsgericht Oldenburg met betrekking tot de kinderalimentatie die ook in deze procedure aan de orde is. De man krijgt de gelegenheid om de voorschotten letselschade die hij heeft ontvangen nader te duiden. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, woont in Duitsland en heeft een advocaat die voorheen mr. L.A.A. Ongenae was en thans mr. G.E. Knol is. De man, verweerder in hoger beroep, woont in Nederland en wordt bijgestaan door mr. L. Sandberg. De procedure in eerste aanleg betreft een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 6 december 2017, waarin de echtscheiding is uitgesproken en de kinderalimentatie is vastgesteld op € 25,- per maand. De vrouw heeft grieven ingediend met betrekking tot de behoefte van de minderjarige en de draagkracht van de man. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 oktober 2018 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft op 29 maart 2019 een brief ontvangen van het Ambtsgericht Oldenburg met betrekking tot de kinderalimentatie. De man heeft in het verleden voorschotten letselschade ontvangen na een ongeval in december 2015, en de vraag is in hoeverre deze voorschotten zijn bestemd voor het verlies aan inkomsten of andere kosten. Het hof heeft de man in de gelegenheid gesteld om inzicht te geven in de besteding van deze voorschotten en zal de partijen vragen om zich uit te laten over de beslissing van het Ambtsgericht. De zaak zal verder worden behandeld na ontvangst van de benodigde informatie.