Uitspraak
1.[appellant1] ,
[appellant1],
[appellant2],
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 6 april 2017;
- het herstelexploot d.d. 16 juni 2017;
- de memorie van grieven d.d. 27 juni 2017 (met producties);
- de memorie van antwoord in principaal hoger beroep tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep d.d. 3 oktober 2017 (met producties);
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep d.d. 12 december 2017;
- het comparitiearrest van 31 juli 2018;
- de op 24 oktober 2018 gehouden comparitie, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
- betaling van € 28.391,10 in hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 31 juli 2016;
- betaling van een boetebedrag van € 13.700,- berekend tot en met 31 juli 2016, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 31 juli 2016;
- betaling van een boete van € 50,- per dag over de pachtprijs voor de maanden februari, juni en juli 2016 tot de dag der volledige betaling, te verhogen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2016;
- betaling van de reparatiekosten van het camerabeveiligingssysteem van € 405,- met wettelijke rente vanaf 31 juli 2016;
- betaling van de volledige advocaatkosten.
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
Grief 2faalt.
€ 1.000,-.Grief Itreft in zoverre doel.
Grief 1faalt en op het totaal van de facturen leidt dit tot een correctie van
€ 3.509,-.
€ 1.000,-.
€ 1.494,25en
€ 4.513,18.
€ 750,-.
€ 330,-.
€ 246,-. In zoverre slaagt grief II eveneens.
€ 164,-.
grief 3faalt.
Grief 5faalt.
Grief 6mist doel
Grief IIIslaagt ten dele. Over dit bedrag zijn [appellanten] c.s. de wettelijke rente vanaf
grief IVtreft geen doel: het niet sturen van correcte facturen leidt niet tot schuldeisersverzuim. [appellanten] c.s. hebben ten onrechte de facturen voor de pacht voor de maanden juni en juli 2016 in het geheel niet voldaan. Het hof zal daarom de proceskostenveroordeling in eerste aanleg in stand laten, ook al omdat [appellanten] c.s. eerst in appel de facturen nauwgezet hebben betwist.
€ 1.074,- per punt. In totaal komt het voor rekening van [geïntimeerde] komende salaris voor de advocaat van [appellanten] c.s. derhalve neer op € 2.055,-.
6.De beslissing
€ 7.254,74 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 augustus 2016 tot de dag der algehele betaling;