Uitspraak
6 november 2018
[B]te
[C](hierna: verzoeker)
De procedure
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft verzoeker, mr. [A] [B] [C], een wrakingsverzoek ingediend tegen raadsheer mr. J.A. Monsma in het kader van een belastingzaak die bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden aanhangig was onder nummer 17/00777. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 23 oktober 2018, waarbij verzoeker niet aanwezig was, maar wel een schriftelijke aanvulling op zijn verzoek indiende. Het verzoek tot wraking was gebaseerd op de aanwezigheid van studenten, die de zitting bijwoonden in het kader van hun opleiding, en de vermeende partijdigheid van de raadsheer. Verzoeker stelde dat de raadsheer na de zitting met deze studenten had geluncht, wat volgens hem een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleverde.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De wrakingskamer oordeelde dat de aanwezigheid van studenten, die met instemming van verzoeker aanwezig waren, en de daaropvolgende lunch met de raadsheer niet op zichzelf een aanwijzing voor partijdigheid vormden. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn vrees van vooringenomenheid. De raadsheer had bovendien aangegeven dat hij niet in het verzoek tot wraking berustte en had schriftelijk gereageerd op de beschuldigingen.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, omdat er geen zwaarwegende aanwijzingen voor partijdigheid of vooringenomenheid van de raadsheer waren aangetoond. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 november 2018, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open volgens artikel 8:18, vijfde lid, van de Awb.