Uitspraak
[appellant],
Medipower,
1.1. Het verloop van de procedure in eerste instantie
2.2. Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de appeldagvaarding d.d. 9 maart 2016;
- de memorie van grieven, tevens akte tot vermeerdering van eis;
- de memorie van antwoord.
3.3. De vermeerdering van eis
4.De vaststaande feiten
“
We hebben telefonisch ook afgesproken dat we op locatie naar de meters zouden kijken. Ik weet niet wat de heer [appellant] meet en ik wil weten wat ons huidige maandelijkse verbruik is. Wij begrijpen de eerdere berekeningen van de heer [appellant] niet.”
5.De vordering en de beslissing in eerste aanleg
6.De bespreking van de grieven
grief Ikomt [appellant] op tegen afwijzing van de in de vordering servicekosten begrepen kosten voor het gebruik van elektra. Volgens de kantonrechter heeft [appellant] deze kosten onvoldoende onderbouwd, doordat in de door hem opgestelde afrekeningen ten onrechte niet is uitgegaan van de overeengekomen verdeelsleutel voor de kosten van elektriciteit - 10% voor rekening van Medipower - en de overgelegde stukken onvoldoende basis bieden voor een herberekening op basis van de geldende verdeelsleutel.
Naar het oordeel van het hof heeft [appellant] met de door hem in eerste aanleg overgelegde facturen en daarop gebaseerde berekeningen voldoende onderbouwd wat de totale kosten van het elektriciteitsverbruik is in de periode waarop de vordering betrekking heeft, de jaren 2009 tot en met 2013. In het licht daarvan heeft Medipower haar verweer dat onduidelijk is hoeveel de kosten van het elektriciteitsverbruik hebben bedragen, onvoldoende onderbouwd. Dat betekent dat voor deze jaren kan worden uitgegaan van 10% van het aan Medipower in de primaire variant toegerekende bedrag, te weten € 1.151,48 (incl. BTW). In zoverre slaagt de grief.
grief IIIkomt Medipower op tegen de afwijzing door de kantonrechter van het onderdeel gasverbruik van de servicekosten. De kantonrechter heeft overwogen dat tussen partijen niet ter discussie staat dat het gasverbruik wordt afgerekend op basis van de meterstanden van de tussenmeter. Volgens de kantonrechter heeft [appellant] , in het licht van de kritiek van Medipower op de door [appellant] verstrekte verstrekte opgaven van het gasverbruik onvoldoende inzichtelijk gemaakt op basis van welke berekening de kosten voor gas aan Medipower in rekening zijn gebracht. Hij heeft er in dat verband op gewezen dat [appellant] geen document in het geding heeft gebracht waaruit de meterstanden van de tussenmeter blijken en dat niet valt in te zien waarom het aan Medipower toegerekende gebruik veel hoger is dan, gelet op het totale gasverbruik in het gebouw, op grond van het vloeroppervlak van de door Medipower gehuurde ruimte verwacht mag worden.
heeft, hoewel dat op zijn weg had gelegen, niet onderbouwd (bijvoorbeeld door foto’s van de tussenmeter) dat hij in zijn berekeningen van het gasverbruik is uitgegaan van de juiste stand van de tussenmeter. Dat had wel op zijn weg gelegen, zeker toen Medipower al in juni 2011 (vgl. het in rechtsoverweging 4.8 aangehaalde e-mailbericht) had aangegeven niet te kunnen instemmen met de (enkele) opgave van [appellant] , maar zelf de tussenmeter te willen controleren. [appellant] had in elk geval vanaf dat moment de hem bekende twijfels bij Medipower kunnen wegnemen door de door hem waargenomen, en in zijn berekening van het gasverbruik tot uitgangspunt genomen, standen van de tussenmeter vast te leggen, zeker toen het niet lukte om een afspraak te maken over het door Medipower inspecteren van de tussenmeter. [appellant] heeft dat nagelaten en heeft zelfs in appel geen foto of andere vastlegging van de stand van de tussenmeter op dat moment in het geding gebracht, waaruit volgt dat de stand inmiddels hoger is dan de op de laatste afrekeningen vermelde stand.
grief Vkomt [appellant] op tegen deze afwijzing. In de toelichting op de grief stelt hij (onder nr. 141):
“
Anno 2017 heeft [appellant] geen enkel processueel belang meer bij afgifte van de sleutels, omdat hij inmiddels de sleutels al lang en breed heeft vervangen.”
Nu [appellant] geen belang meer heeft bij afgifte van de sleutels is zijn vordering niet toewijsbaar. De grief faalt om die reden.
grief VIbetoogt [appellant] dat Medipower op grond van artikel 18.2 van de algemene voorwaarden een boete van € 7.800,- (26 maal € 300,-) verschuldigd is vanwege de te late betaling van de huur. [appellant] voert daartoe aan dat de achterstallige huur uiteindelijk pas op 2 februari 2016 is voldaan.
€ 7.098,18 (te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, waarbij het hof voor wat betreft de begindata zal aansluiten bij de niet aangevochten formulering van de kantonrechter) en het vonnis voor het overige bekrachtigen.
7.De beslissing
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
€ 7.098,18, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de respectieve vervaldata van de facturen tot aan de dag van de algehele voldoening;