Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende het verhaal van bijstandsverlening door de gemeente Súdwest-Fryslân aan de man, die de vader is van twee minderjarige kinderen. De man had eerder een Participatiewet-uitkering voor de vrouw, de moeder van de kinderen, die op 30 november 2017 werd beëindigd. De gemeente heeft vervolgens op 15 januari 2018 opnieuw een uitkering verstrekt, maar wenst de kosten van de bijstand op de man te verhalen. De man is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die hem verplichtte om een maandelijkse bijdrage te betalen voor de kosten van de bijstand ten behoeve van zijn kinderen. Het hof heeft de procedure in drie perioden verdeeld: de periode tot 25 november 2017, de periode vanaf 5 maart 2018 en de periode van 1 juni 2017 tot 25 november 2017. Het hof oordeelt dat de gemeente niet kan terugvallen op het eerdere verhaalsbesluit voor de periode na de beëindiging van de uitkering en dat er onvoldoende gegevens zijn over de behoefte van de kinderen om de draagkracht van de man vast te stellen. De bestreden beschikking wordt gedeeltelijk bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd, waarbij het hof de proceskosten compenseert.