Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 19 augustus 2015, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of andere goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan supermarkt PLUS, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
primair:
hij op of omstreeks 18 augustus 2015 te [plaats 2], (althans) in de gemeente [plaats 2], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 19 augustus 2015, te [plaats 1], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld toebehorende aan supermarkt PLUS,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij in de periode van 18 augustus 2015 tot en met 19 augustus 2015 te [plaats 2], een personenauto (merk BMW) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die personenauto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
48 (achtenveertig) maanden.
18 (achttien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 1.560,00 (duizend vijfhonderdzestig euro) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.560,00 (duizend vijfhonderdzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.