ECLI:NL:GHARL:2018:90

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 januari 2018
Publicatiedatum
3 januari 2018
Zaaknummer
WAHV 200.211.797
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Beswerda
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van sanctiebeschikking wegens onvoldoende bewijs van gedraging in milieuzone

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een administratieve sanctie van € 90,- die aan de betrokkene was opgelegd voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen in een milieuzone. De betrokkene had in hoger beroep aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de geslotenverklaring en dat hij het voertuig enkele dagen voor de gedraging had aangeschaft. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, maar het hof oordeelde anders.

Het hof heeft vastgesteld dat de ambtsedige verklaring van de verbalisant, die de gedraging had waargenomen, in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging. Echter, het hof kon niet vaststellen dat het voertuig van de betrokkene een dieselvoertuig was van voor 1 januari 2001, wat essentieel was voor de toepassing van de geslotenverklaring. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat de gedraging daadwerkelijk had plaatsgevonden.

Gelet op deze overwegingen heeft het hof de beslissing van de kantonrechter vernietigd en het beroep van de betrokkene gegrond verklaard. De sanctie die aan de betrokkene was opgelegd, werd vernietigd en het hof heeft bepaald dat de door de betrokkene gestelde zekerheid aan hem wordt gerestitueerd. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in administratieve sanctiezaken en de rechten van de betrokkene in het proces.

Uitspraak

WAHV 200.211.797
3 januari 2018
CJIB 195215462
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 2 februari 2017
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
Bij het beroepschrift is verzocht om een behandeling ter zitting.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
De zaak is behandeld ter zitting van 20 december 2017. De betrokkene is niet verschenen. Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. [B] .

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C6 bijlage I RVV 1990”, welke gedraging zou zijn verricht op 18 januari 2016 om 10.04 uur op de Maliesingel 28 te Utrecht met het voertuig met het kenteken [YY-YY-00] .
2. De betrokkene voert in hoger beroep - zakelijk weergegeven - aan dat de gedraging hem niet kan worden verweten, omdat hij niet had kunnen weten dat ter plaatse sprake was van een milieuzone. Het betreffende dieselvoertuig heeft hij enkele dagen voorafgaand aan de gedraging aangeschaft. Als hij had geweten dat hij met dit voertuig niet in milieuzones mocht rijden, had hij het voertuig niet gekocht.
3. In Wahv-zaken biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel een voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven te twijfelen aan de juistheid van één of meer onderdelen van de verklaring dan wel indien uit het dossier zulke feiten en omstandigheden blijken.
4. De ambtsedige verklaring van de verbalisant, zoals opgenomen in het zaakoverzicht, houdt in dat de verbalisant een groene Volkswagen, type TDW 81 KW, met het kenteken [YY-YY-00] zag handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen (bord C6 bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990).
5. Voorts blijkt uit een door de officier van justitie overlegd proces-verbaal van
18 december 2015, dat er ter plaatse sprake was van een milieuzone, inhoudende dat de geslotenverklaring gold ten aanzien van dieselvoertuigen van voor 1 januari 2001.
6. Het hof stelt op basis van het voorgaande vast dat de onderhavige gedraging inhoudt dat de betrokkene in strijd met een geslotenverklaring met een voertuig van voor 1 januari 2001 een milieuzone is ingereden. Het hof is echter van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat het voertuig van de betrokkene een dieselvoertuig betreft van voor 1 januari 2001. Derhalve is niet komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
7. Gelet op het vorenstaan zal het hof de beslissing van de kantonrechter vernietigen en doen wat de kantonrechter had behoren te doen, namelijk het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking vernietigen.

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond en vernietigt die beslissing;
verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
vernietigt de inleidende beschikking waarbij, onder CJIB-nummer 195215462, aan de betrokkene een sanctie is opgelegd;
bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 van de Wahv tot zekerheid is gesteld door de advocaat-generaal aan hem wordt gerestitueerd.
Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Verstraaten als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.