Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
5.1 Uitgaven specifieke zorgkosten
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor de jaren 2009 tot en met 2013, waarbij de inspecteur van de Belastingdienst heffingsrente en boetes heeft opgelegd. De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting op 24 november 2017 zijn de zaken van belanghebbende gelijktijdig behandeld met andere zaken van [A]. Het Hof heeft vastgesteld dat de inspecteur de aftrek van specifieke zorgkosten, zoals parkeerkosten, hulpmiddelen, en extra kleding en beddengoed, heeft geweigerd. Belanghebbende betwist deze weigering en stelt dat de kosten wel aftrekbaar zijn. Het Hof oordeelt dat de inspecteur terecht de aftrek heeft geweigerd, omdat de opgevoerde kosten niet voldoen aan de voorwaarden voor aftrekbaarheid volgens de Wet inkomstenbelasting 2001. Tevens is het Hof van oordeel dat de inspecteur niet heeft aangetoond dat er sprake is van grove schuld bij belanghebbende, waardoor de opgelegde boetes vernietigd worden. Het hoger beroep is gegrond verklaard, en de inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.