Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het verzoek om een proceskostenvergoeding is afgewezen door de kantonrechter.
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 17 november 2016. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene gedeeltelijk gegrond verklaard en de sanctie gematigd tot € 115,-, maar het verzoek om een proceskostenvergoeding was afgewezen. De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij verzocht om een proceskostenvergoeding. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend, maar heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de nadere toelichting van de gemachtigde.
Het hof heeft beoordeeld of de kantonrechter terecht het verzoek om proceskostenvergoeding heeft afgewezen. Het hof oordeelt dat de kantonrechter in dit geval ten onrechte geen proceskostenvergoeding heeft toegekend, omdat er sprake is van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. De verbalisant had de sanctie op goede gronden opgelegd, maar was gebonden aan de sanctiebedragen en had geen mogelijkheid om deze te matigen. Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter voor zover deze de afwijzing van het verzoek om proceskostenvergoeding betreft en veroordeelt de advocaat-generaal tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, ter hoogte van € 688,88.
De proceskosten in de kantonprocedure bedragen € 501,- en in de hoger beroepsprocedure € 187,88. Het hof kent in totaal 2 punten toe voor de kantonprocedure en 1,5 punten voor de hoger beroepsprocedure, met een waarde per punt van € 501,-. De slotsom is dat de beslissing van de kantonrechter niet in stand kan blijven voor zover het de afwijzing van het verzoek om een proceskostenvergoeding betreft.