Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van het ouderschap van verzoekster, die de dochter is van een overleden man. De moeder van verzoekster was van 1992 tot 1995 getrouwd met de man, en na hun scheiding is verzoekster in 1997 geboren. De man heeft de geboorte van verzoekster aangegeven, maar is in 1998 overleden. De rechtbank Noord-Nederland had eerder het verzoek van verzoekster om vast te stellen dat de man haar vader is, afgewezen. Verzoekster is in hoger beroep gekomen en heeft één grief ingediend, waarmee zij de beschikking van de rechtbank wilde laten vernietigen.
Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de wet niet voorschrijft dat uitsluitend DNA-onderzoek als bewijs van het ouderschap kan dienen. Het hof heeft de verklaringen van de moeder, de broer en de oma moederszijde in aanmerking genomen, evenals de aangifte van de geboorte door de man en foto’s die ter zitting zijn getoond. Het hof is tot de conclusie gekomen dat de man de verwekker en vader van verzoekster is, en heeft het verzoek van verzoekster toegewezen. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en het hof heeft vastgesteld dat de man de vader is van verzoekster, terwijl het meer of anders verzochte is afgewezen.