Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. J. Vlug, naar voren is gebracht.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel van 9 april 2015. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van een veroordeelde die was vrijgesproken van de handel in hennep. Het hof heeft geoordeeld dat niet kan worden bewezen dat de strafbare feiten waarvoor de veroordeelde is veroordeeld, namelijk het voorhanden hebben van hennep, hebben geleid tot enig wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank had eerder een verplichting tot betaling van een bedrag van € 22.234,- opgelegd, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd.
Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten uit soortgelijke of andere strafbare feiten. De advocaat-generaal had aanvankelijk gevorderd dat de ontnemingsvordering zou worden toegewezen, maar het hof concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn in het dossier die deze vordering ondersteunen. Het hof heeft daarbij ook het ne bis in idem beginsel in acht genomen, wat betekent dat er geen ontneming kan plaatsvinden voor feiten waarvoor de veroordeelde eerder is vrijgesproken.
Uiteindelijk heeft het hof de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen en de beslissing van de rechtbank vernietigd. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs en de bescherming van de onschuldpresumptie in het strafrecht.