Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Bewezenverklaring
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2009 tot en met 21 oktober 2015 te [plaats] ,
(telkens
)opzettelijk een geldbedrag
(tot een totaal van € 23.571), in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, enwelk goed verdachte
uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als penningmeester van voornoemde vereniging, elk gevalanders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
€ 12.199,00 (twaalfduizend honderdnegenennegentig euro en nul eurocent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
95 (vijfennegentig) dagen hechtenis, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
wettelijke rentevoor de materiële schade op 21 oktober 2015.