ECLI:NL:GHARL:2018:8488

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 september 2018
Publicatiedatum
24 september 2018
Zaaknummer
WAHV 200.205.535
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter over administratieve sanctie voor parkeren bij blauwe streep zonder parkeerschijf

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, die op 28 oktober 2016 een beroep van de betrokkene gedeeltelijk gegrond verklaarde en de opgelegde sanctie van € 90,- tot nihil matigde. De betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen bij een blauwe streep zonder een duidelijk zichtbare parkeerschijf. De gedraging vond plaats op 8 januari 2016 op de Julianastraat te Dedemsvaart. De kantonrechter oordeelde dat de blauwe streep niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat deze te smal was en niet goed zichtbaar naast de grijze band in de bestrating.

De officier van justitie ging in hoger beroep tegen deze beslissing, stellende dat de kantonrechter ten onrechte de sanctie had gematigd. Het gerechtshof oordeelde dat de uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens zich richten tot de wegbeheerder en dat de betrokkene hieraan geen rechten kan ontlenen. De blauwe streep was duidelijk zichtbaar en de betrokkene had de verplichting om zich ervan te vergewissen of het parkeren op de gekozen plaats was toegestaan. Het hof concludeerde dat de kantonrechter de beslissing ten onrechte gedeeltelijk gegrond had verklaard en vernietigde deze beslissing. Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie werd ongegrond verklaard.

Het hof benadrukte dat weggebruikers zich moeten houden aan de verkeersregels en dat de zichtbaarheid van de blauwe streep niet ter beoordeling van de individuele weggebruiker staat. De beslissing van de kantonrechter werd vernietigd en de sanctie bleef gehandhaafd.

Uitspraak

WAHV 200.205.535
24 september 2018
CJIB 195100236
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel
van 28 oktober 2016
betreffende
[betrokkene] B.V. (hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [A] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond verklaard, die beslissing vernietigd en de sanctie gematigd tot nihil.

Het procesverloop

De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De betrokkene heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen.
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd ter zake van “motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij blauwe streep terwijl niet is voorzien van een duidelijk geplaatste parkeerschijf”, welke gedraging zou zijn verricht op 8 januari 2016 om 16.00 uur op de Julianastraat te Dedemsvaart met het voertuig met het kenteken [00-YY-YY] .
2. De kantonrechter heeft het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond verklaard en de sanctie gematigd tot nihil en hiertoe overwogen dat de blauwe streep, die wettelijk tien cm breed moet zijn, te smal is en daarnaast niet goed zichtbaar is naast de grijze band in de bestrating.
3. De officier van justitie stelt dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ten onrechte gedeeltelijk gegrond is verklaard door de kantonrechter. In artikel 1, paragraaf 1, hoofdstuk IV, van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens staat voorgeschreven dat strepen een minimale breedte van 10 cm dienen te hebben. De betrokkene kan zich volgens vaste rechtspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden echter niet rechtstreeks op dit artikel beroepen en kan hieraan dus geen rechten ontlenen. Op de foto van de gedraging is de blauwe streep goed zichtbaar. De betrokkene had de belijning op moeten merken en de beschikking is dan ook terecht opgelegd.
4. Het dossier bevat onder meer een aanvullend proces-verbaal van 7 april 2016 waarin de verbalisant het volgende verklaart:
“Ik zag toen dat daar op de Julianastraat, ter plaatse gelegen in een blauwe zone gebied binnen de bebouwde kom van Dedemsvaart, een motorvoertuig op meer dan twee wielen van het merk Peugeot en voorzien van het kenteken [00-YY-YY] , kleur wit, geparkeerd stond aan een blauwe lijn, zonder zichtbare parkeerschijf.
De betrokkene gaf aan geen blauwe lijn te hebben gezien, deze is echter duidelijk zichtbaar aangebracht zie foto 2 bijlage.”
5. Bij het aanvullend proces-verbaal zijn foto's van de gedraging gevoegd. Op de tweede foto is het voertuig van de betrokkene te zien dat naast een blauwe streep staat.
6. Hoewel de blauwe streep in afwijking van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens mogelijk smaller is dan tien cm, brengt dit echter niet mee dat geen sanctie aan de betrokkene kan worden opgelegd. Vaste rechtspraak van dit hof is dat de bepalingen in de Uitvoeringsvoorschriften BABW zijn gericht tot de wegbeheerder. Weggebruikers kunnen aan die regels geen rechten ontlenen. Het staat niet ter beoordeling van de individuele weggebruiker of een verkeersteken overeenkomstig de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens is geplaatst.
7. Uit de foto van de gedraging blijkt dat de blauwe streep duidelijk zichtbaar op het wegdek is aangebracht. De grijze band in de bestrating doet naar het oordeel van het hof niet af aan de zichtbaarheid van de blauwe streep. Van bestuurders die gebruik willen maken van een parkeerplaats mag worden verwacht dat zij de nodige moeite doen om zich ervan te vergewissen dat het parkeren op de gekozen parkeerplaats is toegestaan en of daarvoor het gebruik van een parkeerschijf noodzakelijk is. Dat de bestuurder van het voertuig de streep niet heeft opgemerkt, zoals eerder in de procedure is aangevoerd, is derhalve een omstandigheid die voor rekening van de betrokkene komt.
8. Gelet op het voorgaande doen zich geen omstandigheden voor die aanleiding geven de sanctie te matigen of achterwege te laten. Dat een kantonrechter in een andere zaak ten aanzien van onderhavige pleeglocatie hier anders over heeft geoordeeld, doet hier niet aan af. Het hof is niet gebonden aan die uitspraak.
9. De kantonrechter heeft het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie dan ook ten onrechte gedeeltelijk gegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter wordt daarom vernietigd en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie wordt alsnog ongegrond verklaard.

Beslissing

Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Stoop als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.