Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, die op 28 oktober 2016 een beroep van de betrokkene gedeeltelijk gegrond verklaarde en de opgelegde sanctie van € 90,- tot nihil matigde. De betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen bij een blauwe streep zonder een duidelijk zichtbare parkeerschijf. De gedraging vond plaats op 8 januari 2016 op de Julianastraat te Dedemsvaart. De kantonrechter oordeelde dat de blauwe streep niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat deze te smal was en niet goed zichtbaar naast de grijze band in de bestrating.
De officier van justitie ging in hoger beroep tegen deze beslissing, stellende dat de kantonrechter ten onrechte de sanctie had gematigd. Het gerechtshof oordeelde dat de uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens zich richten tot de wegbeheerder en dat de betrokkene hieraan geen rechten kan ontlenen. De blauwe streep was duidelijk zichtbaar en de betrokkene had de verplichting om zich ervan te vergewissen of het parkeren op de gekozen plaats was toegestaan. Het hof concludeerde dat de kantonrechter de beslissing ten onrechte gedeeltelijk gegrond had verklaard en vernietigde deze beslissing. Het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie werd ongegrond verklaard.
Het hof benadrukte dat weggebruikers zich moeten houden aan de verkeersregels en dat de zichtbaarheid van de blauwe streep niet ter beoordeling van de individuele weggebruiker staat. De beslissing van de kantonrechter werd vernietigd en de sanctie bleef gehandhaafd.