– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank,
– verklaart het bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond,
– vernietigt de uitspraken van de Inspecteur,
– handhaaft de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012,
– handhaaft de beschikking belastingrente over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012,
– vermindert de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 30 september 2013 met € 11.386 tot € 30.372,
– vermindert de belastingrente over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 30 september 2013 dienovereenkomstig,
– vernietigt de boetebeschikking,
– handhaaft de teruggaafbeschikkingen over de tijdvakken 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013, 1 januari 2014 tot en met 31 maart 2014 en 1 april 2014 tot en met 30 juni 2014,
– veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 3.006,
– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 656 (2 x € 328) in verband met het beroep bij de Rechtbank en € 501 in verband met het hoger beroep bij het Hof.