Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster,
verder te noemen: de moeder,
advocaat mr. M. Helmantel te Sappemeer,
wonende te [B] ,
verweerder,
verder te noemen: de vader,
advocaat mr. S.S. Ilahi te Groningen,
Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verweerschrift van de GI van 22 mei 2018 met productie(s);
- een brief van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad) van 3 april 2018 met als
bijlage het raadsrapport van 23 mei 2017;
- een journaalbericht van mr. Helmantel van 10 april 2018 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Helmantel van 11 juni 2018 met productie(s);
- een brief van de GI van 20 juli 2018 met bijlagen.
3.Feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2010 (hierna: [de minderjarige1] );
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2012 (hierna: [de minderjarige2] );
- [de minderjarige3] , geboren [in] 2013 (hierna: [de minderjarige3] ).
De kinderen zijn door de vader erkend. De moeder oefende aanvankelijk van rechtswege alleen het ouderlijk gezag over de kinderen uit.
voorlopigbij de vader bepaald en de raad verzocht een onderzoek in te stellen en advies uit te brengen aan de rechtbank omtrent het (definitieve) hoofdverblijf. In afwachting daarvan is iedere verdere beslissing aangehouden. De raad heeft op 23 mei 2017 rapport uitgebracht en geadviseerd het definitieve hoofdverblijf van de kinderen bij de vader te bepalen.
- uitvoerbaar bij voorraad - overeenkomstig het advies van de raad het hoofdverblijf van [de minderjarige1] , [de minderjarige2] en [de minderjarige3] (definitief) bij de vader bepaald.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
6.De slotsom
7.De beslissing
27 december 2017;
C. Koopman, bijgestaan door mr. A.J.Th. Harkema als griffier en is op 18 september 2018 in het openbaar uitgesproken.