ECLI:NL:GHARL:2018:8279
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in ontuchtzaak met verstandelijk beperkte slachtoffer na beoordeling van betrouwbaarheid verklaringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden voor ontuchtige handelingen met een verstandelijk beperkt slachtoffer, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van eerdere terechtzittingen en de vordering van de advocaat-generaal, die vrijspraak heeft gevorderd. De verdachte was beschuldigd van ontuchtige handelingen met een slachtoffer dat lijdt aan het syndroom van Down en een laag IQ heeft.
Het hof heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van het slachtoffer kritisch beoordeeld. Tijdens het studioverhoor zijn veel sturende en gesloten vragen gesteld, wat de betrouwbaarheid van de verklaringen in twijfel trekt. De deskundige die door het hof was benoemd, concludeerde dat de uitspraken van het slachtoffer in hoge mate onbetrouwbaar zijn. Het hof heeft vastgesteld dat er geen ander direct bewijs is dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd. Gezien de omstandigheden en de gebrekkige bewijsvoering heeft het hof besloten het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van de tenlastelegging.
De beslissing van het hof is dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen, en het hof komt niet toe aan het voorwaardelijk verzoek van de raadsman om het slachtoffer opnieuw te horen als getuige. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en de advocaat-generaal, waarbij de verdachte niet aanwezig was.