ECLI:NL:GHARL:2018:8141
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen tweede eiswijziging in hoger beroep; eiswijziging in strijd met de tweeconclusieregel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel, die op 4 april 2018 in kort geding een vordering van de appellant heeft afgewezen. De appellant, een besloten vennootschap, heeft in eerste aanleg gevorderd dat de geïntimeerde, eveneens een besloten vennootschap, een voorschot van € 25.000,- zou betalen in verband met onnodige maandelijkse kosten die voortvloeien uit het niet erkennen van de buitengerechtelijke vernietiging van twee overeenkomsten. De kantonrechter heeft de vorderingen van de appellant afgewezen, omdat zonder nader feitenonderzoek niet kon worden vastgesteld welke partij gelijk had, en er voor een dergelijk onderzoek in kort geding geen ruimte is.
In hoger beroep heeft de appellant vijf grieven aangevoerd en haar eis gewijzigd. De appellant vordert nu onder andere dat het hof voor recht verklaart dat de overeenkomsten voor de Maserati zijn ontbonden en dat de geïntimeerde wordt veroordeeld tot terugbetaling van de aanschafprijs. De geïntimeerde heeft bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van de appellant, die volgens de tweeconclusieregel te laat zou zijn ingediend. Het hof heeft dit bezwaar gegrond verklaard en de eiswijziging buiten beschouwing gelaten.
Het hof heeft de zaak vervolgens voor pleidooi geplaatst op 3 december 2018, waarbij het hof iedere verdere beslissing aanhield. De uitspraak is gedaan op 11 september 2018 door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters.