Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Centrale administratieve processen, kantoor Apeldoorn(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) en een verzuimboete die door de Inspecteur is opgelegd. De naheffingsaanslag betreft de periode van 18 juni 2015 tot en met 7 oktober 2016, waarbij belanghebbende een bedrag van € 2.206 aan belasting en een gelijk bedrag aan verzuimboete is opgelegd. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd voor zover het de boete betreft en de boete verminderd tot € 441. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, omdat hij van mening is dat de naheffingsaanslag en de boete onterecht zijn opgelegd. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende op 8 oktober 2016 feitelijk de beschikking had over een auto met een Pools kenteken, maar dat hij slechts op die dag de auto ter beschikking heeft gehad. Het Hof oordeelt dat belanghebbende voldoende tegenbewijs heeft geleverd om aan te tonen dat de naheffingsaanslag en de verzuimboete niet terecht zijn opgelegd. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, de naheffingsaanslag en de verzuimboete worden vernietigd, en de Inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.