In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van partneralimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, had verzocht om de partneralimentatie met ingang van 1 juli 2017 op nihil vast te stellen, terwijl de vrouw, verweerster in het principaal hoger beroep, in incidenteel hoger beroep de bestreden beschikking van de rechtbank Midden-Nederland wilde vernietigen. Het huwelijk van partijen was op 24 november 2011 ontbonden en zij hebben twee meerderjarige kinderen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een partneralimentatie van € 894,- per maand moest betalen, welke bijdrage door de man werd betwist. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een relevante wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de behoefte en de draagkracht rechtvaardigde. Het hof heeft de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op de datum van de bestreden beschikking, 7 september 2017, en heeft de draagkracht van de man beoordeeld aan de hand van verschillende periodes. De man had een WIA-uitkering en een pensioen, en het hof heeft rekening gehouden met zijn niet vergoede ziektekosten en andere financiële verplichtingen. Uiteindelijk heeft het hof de partneralimentatie vastgesteld op € 31,- per maand van 7 september 2017 tot en met 31 december 2017, € 136,- per maand van 1 januari 2018 tot en met 4 mei 2018, en € 728,- per maand met ingang van 5 mei 2018. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.