Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze. Gelet op de jeugdige leeftijd van verdachte ten tijde van het plegen van het delict, zal het hof de vervangende hechtenis op 10 dagen jeugddetentie stellen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze. Gelet op de jeugdige leeftijd van verdachte ten tijde van het plegen van het delict, zal het hof de vervangende hechtenis op 10 dagen jeugddetentie stellen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
18 (achttien) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 11.298,02 (elfduizend tweehonderdachtennegentig euro en twee cent) bestaande uit € 3.798,02 (drieduizend zevenhonderdachtennegentig euro en twee cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 388,42 (driehonderdachtentachtig euro en tweeënveertig cent).
€ 11.298,02 (elfduizend tweehonderdachtennegentig euro en twee cent) bestaande uit € 3.798,02 (drieduizend zevenhonderdachtennegentig euro en twee cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen jeugddetentie, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 6.201,94 (zesduizend tweehonderdéén euro en vierennegentig cent) bestaande uit € 201,94 (tweehonderdéén euro en vierennegentig cent) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 50,88 (vijftig euro en achtentachtig cent).
€ 6.201,94 (zesduizend tweehonderdéén euro en vierennegentig cent) bestaande uit € 201,94 (tweehonderdéén euro en vierennegentig cent) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen jeugddetentie,vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 6.833,27 (zesduizend achthonderddrieëndertig euro en zevenentwintig cent) bestaande uit € 833,27 (achthonderddrieëndertig euro en zevenentwintig cent) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 234,34 (tweehonderdvierendertig euro en vierendertig cent).
€ 6.833,27 (zesduizend achthonderddrieëndertig euro en zevenentwintig cent) bestaande uit € 833,27 (achthonderddrieëndertig euro en zevenentwintig cent) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen jeugddetentie,vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.