ECLI:NL:GHARL:2018:7479
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wegens onvoldoende bewijs van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde die in het verleden betrokken was bij de teelt van hennep. De advocaat-generaal had gevorderd dat het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel geschat zou worden op € 482.901,79, maar het hof oordeelde dat de onderbouwing van deze vordering onvoldoende was. Het hof heeft vastgesteld dat de berekeningen van het openbaar ministerie niet betrouwbaar waren en dat er geen financieel onderzoek was gedaan naar de vermogenspositie van de veroordeelde. De verdediging betwistte de berekeningen van het wederrechtelijk verkregen voordeel en stelde dat de opbrengsten van de hennepteelt niet realistisch waren. Het hof volgde de verdediging in deze en concludeerde dat er geen bewijs was dat de veroordeelde financieel voordeel had genoten uit zijn strafbare feiten. Daarom werd de ontnemingsvordering afgewezen en het vonnis van de rechtbank vernietigd.