In een brief van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder ook: IGZ) aan mevrouw [naam medewerker] (verder: [naam medewerker] ), manager bij GCA, van 24 januari 2011 staat onder meer het volgende:
“(…) Zoals u bekend is, voert de Inspectie (…) momenteel een thematisch onderzoek uit naar de kwaliteit van de gezondheidszorg voor asielzoekers. (…)
Vooruitlopend op deze geaggregeerde rapportage meld ik u hierbij een bevinding uit het thematisch onderzoek, die naar het oordeel van de inspectie leidt tot dermate grote risico’s in de zorgverlening aan asielzoekers dat de inspectie van mening is dat met het nemen van maatregelen niet gewacht mag worden tot de geaggregeerde rapportage beschikbaar is.
In deze brief ga ik nader in op deze bevinding, de conclusie en het oordeel van de inspectie hierover en wat de IGZ in dit kader van het GCA verwacht.
Bevinding van de inspectie
Op 4 oktober jl. heeft de IGZ de opvanglocatie [plaats] bezocht en daar gesproken met de heer [appellant] (huisarts). De IGZ heeft in dit gesprek getoetst in hoeverre op de locatie [plaats] wordt voldaan aan de norm voor de beschikbare capaciteit voor huisartsgeneeskundige activiteiten (incl. overlegsituaties).
In de conceptrapportage die de IGZ n.a.v. dit bezoek heeft opgesteld, heeft de IGZ hierover de volgende opmerking opgenomen:
‘De capaciteit van [plaats] is 450 bewoners. Volgens de norm dient er voor huisartsgeneeskundige activiteiten (incl. overlegsituaties) 18 uur beschikbaar te zijn. De gecontracteerde huisarts houdt 1x per week een spreekuur op het centrum. Daarnaast houdt een collega-arts 2x per week spreekuur, onder supervisie van de gecontracteerde huisarts. De collega-arts is geen geregistreerd huisarts, maar in Nederland als basisarts ingeschreven. (…)
De gecontracteerde huisarts is eindverantwoordelijk voor de huisartsenzorg in [plaats] . Hij heeft ongeveer maandelijks overleg met de basisarts om zaken door te nemen. (…)’
Conclusie van de inspectie
De inspectie concludeert hieruit dat het GCA op de locatie [plaats] niet voldoet aan de norm dat ‘gemiddeld 4 uur per week per 100 bewoners beschikbaar is voor huisartsgeneeskundige activiteiten (incl. overlegsituaties)’. De arts die 2x per week de spreekuren uitvoert is namelijk geen geregistreerde huisarts. Deze basisarts zou werkzaam zijn onder supervisie van de heer [appellant] , maar de heer [appellant] voldoet niet aan de voorwaarden die de IGZ stelt aan het verantwoord werken onder supervisie.
Deze voorwaarden zijn:
.De supervisor moet zich er van overtuigd hebben dat de gesuperviseerde bekwaam is in de handelingen die hem worden opgedragen.
.De supervisor moet bekwaam zijn om de gesuperviseerde te beoordelen en bij te staan.
.De supervisor is mede verantwoordelijk voor het handelen van de gesuperviseerde en als zodanig ook tuchtrechtelijk aanspreekbaar.
.De supervisor geeft de gesuperviseerde per patiënt opdracht over de uit te voeren handelingen en controleert nadien het handelen.
.De supervisor moet direct beschikbaar zijn voor overleg en toezicht en moet aldus de mogelijkheid voor tussenkomst gegarandeerd hebben.
.Er moeten goede, eenduidige afspraken over de supervisie en de daarmee gepaard gaande taakdelegatie op schrift staan.
Oordeel van de inspectie
De inspectie is van oordeel dat het feit dat het GCA op de locatie [plaats] niet voldoet aan de capaciteitsnorm voor huisartsgeneeskundige activiteiten een hoog risico oplevert voor de kwaliteit van de huisartsenzorg voor asielzoekers.
Handhavingsmaatregel
Ik verzoek u om er zorg voor te dragen dat de capaciteit en daarmee de kwaliteit voor huisartsgeneeskundige activiteiten op de locatie [plaats] binnen 4 weken voldoet aan de gestelde norm en mij vóór 1 maart a.s. schriftelijk te rapporteren over de door u genomen maatregelen en het resultaat hiervan. (…)”