Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante] ,
[geïntimeerde] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
'aanvulling overeenkomst van ontbinding
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
Grief 1richt zich tegen rov. 5.4. van het vonnis, waarin de voorzieningenrechter heeft overwogen dat - kort gezegd- onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat partijen een aanvullende overeenkomst hebben gesloten.
Grief 3richt zich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter in rov. 5.7 en 5.8. dat zolang de onroerende goederen van de vennootschap nog niet zijn verdeeld, de voormalig vennoten elkaar in het gebruik daarvan niet mogen beperken of hinderen. De grieven zullen zoveel mogelijk gezamenlijk worden behandeld.
"Aanvulling overeenkomst van ontbinding vennootschap onder firma De Triemen d.d. 3 november 2016"is niet door [geïntimeerde] getekend. Een bijkomende omstandigheid is dat alle daarin genoemde afspraken een verslechtering van de positie van [geïntimeerde] inhouden ten opzichte van het convenant van 2016. In die omstandigheid mag kritisch worden gekeken of [geïntimeerde] daadwerkelijk heeft ingestemd met de daarin genoemde afspraken. Uit de overgelegde mailwisseling volgt weliswaar dat partijen opnieuw met elkaar in onderhandeling zijn getreden, maar niet dat ook overeenstemming is bereikt. Immers in de e-mail van [geïntimeerde] van 17 april 2017 20.37 uur blijkt dat [geïntimeerde] een voorstel doet om de zaak af te wikkelen. In de betreffende mail stelt [geïntimeerde] , zoals hiervoor onder rov. 3.6 weergegeven dat op het bedrag van 50.000,- duidelijk omschreven hovenierskosten over 2017 in mindering mogen worden gebracht. Op 19 april 2017 wordt de aanvulling overeenkomst door [E] naar de notaris gezonden. In de aanvulling overeenkomst is opgenomen "
In afwijking van punt 4 van het oorspronkelijke convenant wordt geen bedrag direct overgemaakt maar blijft het restantbedrag na verrekening van kosten onderling schuldig onder dezelfde voorwaarden."Uit niets blijkt dat [geïntimeerde] hiermee heeft ingestemd. Weliswaar schrijft [geïntimeerde] in zijn mail van 6 juni, 22.11 uur als slotzin.
"Gauw tekenen dan kan iedereen weer verder met zijn leven", maar dat kan naar het oordeel van het hof niet los worden gezien van de verdere inhoud van de mail, waarin [geïntimeerde] zich beklaagt over de gang van zaken en het feit dat zijn wensen niet worden meegenomen in het kader van de te maken afspraken. Op 12 juni 2017 09.27 uur schrijft [geïntimeerde] dan ook aan de notaris niet in te stemmen met het door hem als "
aangepast ontwerp" betitelde stuk. Uit het voorgaande volgt dat niet aannemelijk is geworden dat er aanvullende afspraken zijn gemaakt.
Door [appellante] te ontvangen" roerende goederen genoemd in productie 8. De daar genoemde goederen zijn dermate onbepaald, zoals "
weggehaald uit oude huis", dat de vordering om die reden al wordt afgewezen.