ECLI:NL:GHARL:2018:7156
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest in hoger beroep inzake medeplegen van verkeersdelict met dodelijk slachtoffer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 augustus 2018 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1984, is in hoger beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, die op 17 november 2017 werd gedaan. Het hof heeft de onderzoekswensen van de verdediging beoordeeld, die onder andere vroegen om het houden van een schouw en het verstrekken van camerabeelden en medische dossiers. Het hof heeft enkele verzoeken van de verdediging ingewilligd, maar de meeste verzoeken afgewezen op basis van het noodzaakcriterium. Het hof oordeelde dat de noodzaak voor het houden van een schouw niet aanwezig was en dat de gevraagde camerabeelden al beschikbaar zouden worden gesteld aan de verdediging. De verzoeken om bloedresultaten en telefoonrekeningen werden afgewezen, omdat er geen aanwijzingen waren dat de betrokkenen alcohol hadden genuttigd of gebeld tijdens het rijden. Het hof heeft besloten dat het onderzoek voor de inhoudelijke behandeling van de zaak zal worden hervat op een nog nader te bepalen datum, met oproeping van de verdachte en de benadeelde partijen.