Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Vrijspraak
terwijlhij het wapen op [slachtoffer 3] richtte, de trekker overhaalde. [slachtoffer 4] heeft geen enkele verklaring afgelegd over het incident bij [naam restaurant] . Niet kan worden vastgesteld dat verdachte op enig moment het wapen (ook) op [slachtoffer 4] heeft gericht.
"Feit 1: ten aanzien van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] "vermeld, is het hof, anders dan de rechtbank, van oordeel dat op grond van het voorliggende dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat ook [slachtoffer 4] , die daarover zelf niets verklaart, is geconfronteerd met bedreigd vuurwapengebruik door verdachte.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
of omstreeks16 mei 2017 te Zeist ,
althans in het arrondissement Midden-Nederland, [slachtoffer 3] en
/of [slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk dreigend:
/of [slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 1] gericht
en/of
of omstreeks16 mei 2017 te Zeist ,
althans in het arrondissement Midden-Nederland, (een)bezoeker
(s
)van het café/restaurant [naam restaurant] te Zeist , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend zichtbaar voor die bezoeker
(s
)een vuurwapen in de hand gehouden en
/ofdaarmee zwaaiende bewegingen gemaakt;
of omstreeks16 mei 2017 te Zeist ,
althans in het arrondissement Midden-Nederland,een vuurwapen van categorie III, te weten een revolver (merk Acier Forgé, model 1892) en
/ofmunitie van categorie III, te weten drie scherpe patronen,
(telkens
)voorhanden heeft gehad;
of omstreeksde periode van 16 tot en met 18 mei 2017 te Zeist , een wapen, van categorie I, onder 3°, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad
en/of heeft gedragen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat veroordeelde zich gedurende de proeftijd houdt aan de aanwijzingen te geven door of namens de reclassering, ook als de aanwijzingen inhouden dat de veroordeelde dient mee te werken aan diagnostisch onderzoek en zich, indien de reclassering dit wenselijk acht, onder behandeling zal stellen.
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.