Uitspraak
[appellant],
de bewindvoerder,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De feiten
€ 1.501,15
€ 4.215,50
3.De vordering in eerste aanleg en de beoordeling door de kantonrechter
"Overzicht door [geïntimeerde] betaalde bedragen ten behoeve van [appellant] ; gevolge toezegging c.q. het mondeling overeengekomen is in de besprekingen van 22 en 29 januari 2007 wegens het niet doorgaan van een maatschap tussen [geïntimeerde] en [appellant] . (afzien van voordeel gevolge het doorschuiven van het melkquotum en het in pacht verkrijgen van de onroerende goederen). (maximaal met kosten tot € 155.000)"
4.De beoordeling in hoger beroep
"gevolge toezegging c.q. het mondeling overeengekomen is in de besprekingen van 22 en 29 januari 2007 wegens het niet doorgaan van een maatschap tussen [geïntimeerde] en [appellant] . (afzien van voordeel gevolge het doorschuiven van het melkquotum en het in pacht verkrijgen van de onroerende goederen). (maximaal met kosten tot
dezetekst een vaststellingsovereenkomst zou zijn. In de tekst wordt immers verwezen naar een eerdere, in januari 2007 mondeling gemaakte afspraak die, zo begrijpt het hof deze tekst, zou inhouden dat [geïntimeerde] na het afketsen van de voorgenomen maatschap bereid was aan [appellant] een compensatie te bieden voor het voordeel dat [appellant] misliep.
5.De beslissing
11 september 2018, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave ontbreekt) door de voorzitter zal worden vastgesteld;
uiterlijk twee weken voor de dag van de zittingeen afschrift van die stukken heeft ontvangen
in viervoud;