Uitspraak
1.De vennootschap onder firmaBody Perfection V.O.F.gevestigd te [B] ,
[appellant2] ,wonende te [A] ,
[appellante3] ,wonende te [A] ,
Body Perfection, [appellant2]respectievelijk
[appellante3]gezamenlijk aangeduid als:
Body Perfection c.s.,
ABN Amro,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het faxbericht van mr. Dalpi van 11 maart 2016;
- de comparitie van partijen van 24 maart 2016, waarvan proces-verbaal, waarbij door mr. Evers comparitie-aantekeningen zijn overgelegd;
- de akte (met producties) van Body Perfection c.s. van 26 april 2016 ;
- de antwoordakte van ABN Amro van 24 mei 2016.
2.De vaststaande feiten
BrandveiligheidscontroleHet gebouw is beoordeeld als een sportfunctie. Tijdens de controle is gebleken dat het bouwwerk niet voldoet aan minimale niveau van brandveiligheid zoals vastgesteld in de hierboven genoemd Wetgeving. Het bouwwerk voldoet op de volgende punten niet aan de minimale eisen van brandveiligheid:Bouwkundige opmerkingen1. De brandwerendheid van de brandwerende scheidingen moet worden aangetoond.2. Wanneer blijkt dat de brandwerendheid van de brandwerende scheidingen niet akkoord zijn moeten deze worden aangepast zodanig dat deze volledig brandwerend zijn.(...). "
Het is zeker dat in de tweede en derde rechter ruimtes van de afslankstudio een vluchtige vloeistof is ingebracht en met opzet brand is gesticht. In beide ruimten is normaliter geen motorbenzine of dergelijke vluchtige vloeistof aanwezig. "
"2. SamenvattingUit onderzoek blijkt het volgende:• het onderhavige pand is op 13 maart 2012 door brand gedeeltelijk verwoest;• het pand zou de avond daarvoor slotvast zijn afgesloten en het alarm was ingeschakeld;• de brand wordt via het inbraaksysteem gemeld en later bleek dat de PIR in zone 8 als eerste op13 maart 2012 om 04:22:37 uur een melding genereert;• bij aankomst van de brandweer op 13 maart 2012 omstreeks 04.33 uur treffen zij een dichte doch niet afgesloten toegangsdeur aan onder de stalen noodtrap;• tijdens technisch onderzoek werden in twee afzonderlijke ruimtes grenzend aan de afslanksalon twee separate brandhaarden aangetroffen;• van de brandresten in de deze brandhaarden werden monsters veiliggesteld en voor onderzoek naar Oleotest gebracht;• uit onderzoek van Oleotest blijkt dat in beide monsters motorbenzine zit;• het staat vast dat in beide voornoemde ruimtes motorbenzine is gesprenkeld, waarna deze motorbenzine in brand is gestoken;• het is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat deze brandbare motorbenzine met opzet op voornoemde plaatsen is aangebracht en tot ontbranding is gebracht;• het betreft hier een doelbewuste brandstichting op twee plaatsen waarbij volgens de brandweer zelfs plafondplaten zodanig zijn verplaatst om een betere trek en een snellere verbranding te bewerkstelligen;• met uitzondering van de deur onder de stalen trap, waren alle deuren en ramen slotvast afgesloten. De deur onder de stalen trap vertoonde geen sporen van braak die hebben kunnen leiden tot het openen van deze deur;• als het pand via deze deur was binnengegaan na verbreking of manipulatie van het slot, was dat zeker aan de hand van sporen zichtbaar geweest;• manipulatie van het slot van deze deur heeft niet kunnen leiden tot het openen van deze deur;• aangezien er volgens verzekerde al jaren geen passende sleutel van deze deur meer voorhanden is, kan deze deur alleen geopend zijn door middel van de draaiknop aan de binnenzijde van de deur."
"J. RECONSTRUCTIE(...)Inbraak AlarmsysteemHet pand was voorzien van een inbraaksignaleringssysteem van Van den Berg Security Solutions te Ede. [H] van Alarm en Telefoon Service Nederland (ATS) (oud mede-eigenaar van het failliete Van den Berg Security Solutions) heeft een alarmuitdraai van Body Perfection en het logboek van "Van den Berg Security solutions" digitaal doen toekomen. (...).Reconstructie 29 mei 2012(...)Wij, [I] , [J] en [K] merken op dat [H] spontaan in het bijzijn van alle aanwezigen het volgende meedeelt. Het was [H] bekend dat op You-tube een film circuleerde waarin een persoon in duikerspak, vanwege dat pak, wist te voorkomen dat een PIR sensor, vergelijkbaar met de PIR 's zoals geplaatst in het pand van Body Perfection, werd geactiveerd. Er vond als gevolg van dat handelen geen doormelding plaats naar het aan de PIR's gekoppelde alarmsysteem.(...).De bij het onderzoek gedemonteerde PIR 's werden bij deze reconstructie aangewend. Bij onderzoek aan onderhavige PIR's uit het pand van verzekerde, bleek na onderzoek door [L] en [H] dat er geen sporen van een eventuele sabotage aan de PIR 's aanwezig waren.Reconstructie 7 juni 2012Op 7 juni 2012 werd wederom een reconstructie gehouden op de brandlocatie. Daarbij aanwezig waren [I] , [H] en een medewerker van hem, [L] en ik, [J] . Verzekerde [appellant2] , de advocaat van verzekerde mr. J. Backx, de contra-expert [M] en politieman [N] , hebben de uitnodiging om aanwezig te zijn afgezegd. Door [H] was PIR 8 inmiddels in "rust gebracht" en gereset. Hiervoor zijn door hem geen instellingen veranderd of onderdelen vervangen of gedemonteerd. De oorspronkelijke PIR 8 betreft een Aritech type EV 465 AM en deze is door [H] , op de oorspronkelijke plaats en wijze, in de gang van de sportschool gemonteerd. Naast deze teruggeplaatste PIR werden op een plankje twee andere PIR 's geplaatst. De ene was van hetzelfde merk, maar was een nieuwer en gevoeliger type, de andere was eveneens een Aritech EV 465 AM en was gedemonteerd en afkomstig van de hoofdingang van de brandlocatie. Dus alle drie de PIR 's waren naast elkaar op dezelfde plek in de gang gemonteerd en konden gelijktijdig in- en uitgeschakeld worden. Voor deze reconstructie hebben wij onderzoekers een groot stuk zwartlandbouwplastic, een houten underlayment plaat van 2 bij 1,20 meter, een wit reclamebord en een paraplu gebruikt.4. SAMENVATTINGUit het onderzoek blijkt het volgende:• Als de onderhavige buitendeur niet met de nachtschoot is afgesloten, is het mogelijk om met een bescherming bestaande uit een houten plaat, reclamebord of zelfs een paraplu tussen lichaam en PIR's, door de gang naar de plaats te lopen waar de brand is gesticht zonder dat één van de aanwezige PIR's van het alarm detecteert:• Zelfs met een nieuwe verbeterde versie van de PIR is het mogelijk met een paraplu het onderhavige pand, terwijl het alarm ingeschakeld is, te betreden zonder dat de PIR's warmte of beweging detecteert en alarm genereert.
Bij de 2e reconstructie nu op 7 juni 2012 kan ik verklaren dat PIR 8 weer werkte en functioneerde zoals deze heeft gefunctioneerd voor en tijdens de brand van 13 maart 2012. Immers PIR 8 heeft op 13 maart 2012 te 04.22.37 uur een alarm gegenereerd. Dat PIR 8 op 29 mei 2012 niet functioneerde is veroorzaakt door de brand en de hitte die de brand veroorzaakte. De PIR heeft gereageerd op deze hitte waardoor PIR 8 overbelast is geraakt.
“(…)Ik heb het interview doorgelezen en heb twee opmerkingen.1. De buitenkant vertoonde geen beschadigingen (pagina 1). Maar de pir had wel een smeltschade.2. Zoals deze heeft gefunctioneerd (pagina 1). Ik kan niet met zekerheid zeggen dat hij ook echt functioneert als toen er nog geen brand was geweest.Hopende je hierbij voldoende te hebben geïnformeerd."
“(…)Vijanden / voorvallenIk kan niets of niemand bedenken die mij om welke reden dan ook zou willen treffen door brand te stichten. Ook met klanten heb ik geen problemen.(…)”
“(…)Kamerverhuur:V: Hoe was het met de brandveiligheid in het verhuurde deel (kamerverhuur) van het pand gesteld?A: Die was goed. De brandweer komt ieder jaar controleren. Na de aankoop in 2005 zijn door mij een aantal voorzieningen getroffen. Zo zijn er rookmelders geplaatst en zijn er gipsplaten tegen de brandwerende binnenmuur tussen woongedeelte en sportschool aangebracht.V: Wanneer bent u voor het laatst in het woongedeelte geweest voor de brand?A: Ik loop daar wel eens naar binnen als één van de huurders mij aanspreekt. Ik weet zo niet wanneer ik daar voor het laatst binnen ben geweest.V: Hoe werken de rookmelders in het woongedeelte.A: De rookmelders in het woongedeelte heb ik ongeveer ¾ jaar geleden laten plaatsen door [O] . Voor zover ik weet zijn deze rookmelders geschakeld met de rookmelders in het pand van Body Perfection. In twee of drie verhuurde kamers van het woongedeelte zijn toen rookmelders geplaatst. Door [O] zijn de rookmelders gecontroleerd bij installatie en ik heb gehoord dat de brandmelders hebben gewerkt tijdens de brand.V: Zijn bij de kamerverhuur, voor de brand nog aanpassingen gedaan, werkzaamheden uitgevoerd of anderszins vermeldenswaardige dingen gebeurd die verband houden met brandveiligheid?A: Bij de kamerverhuur zijn geen aanpassingen of controles geweest van de brandmelders.V: U vertelt mij dat uit uw onderzoek is gebleken dat op de vrijdag voor de brand van 13 maart door u bij de kamerverhuur de brandmelders zijn gecontroleerd.A: Ja dat klopt. In Body Perfection zit één brandmelder precies in het midden van het plafond in de kantine. Deze brandmelder gaf een alarmsignaal. Omdat er in de kantine niets aan de hand was, moest de brandmelding door een brandmelder bij de kamerverhuur zijn veroorzaakt lk ben toen bij de kamerverhuur gaan kijken. Ik heb met één van de bewoners, ik weet niet meer wie, gesproken, maar een oorzaak van het afgaan van de brandmelder is mij niet bekend geworden.V: Hoe vaak kwamen dit soort brandmeldingen voor.A: Dit soort brandmeldingen waren nog niet eerder voorgekomen.(...).Alarminstallatie ~ afsluiten pand(...)V: Hoe was het pand volgens uw informatie de avond voor de brand afgesloten?A: [F] of [E] hebben het alarm erop gezet en de toegangsdeur afgesloten. Ik was erbij toen wij, [E] , [F] , [G] en mijn zoon [D] , Body Perfection op de avond van 12 maart 2012 omstreeks 23.00 uur verlieten. [P] was al voor ons weggegaan.V: Wat wordt voor de afsluiting aan controle gedaan en door wie?A: Voor afsluiting wordt door iedereen gekeken of alle apparatuur is uitgeschakeld. (...). Ik ben de avond van 12 maart niet boven geweest. Ik was erbij toen [F] en [G] de buitendeur met de draaiknop op de begane grond onder de brandtrap hebben gecontroleerd of deze met de draaiknop op slot was gedraaid.V: Welke controle wordt er gehouden of alle klanten het pand uit zijn?A: Tijdens het schoonmaken kom je in praktisch alle ruimten of je zou je al moeten verstoppen. Maar dan zou na afsluiten het alarm worden gedetecteerd.(...)."
V: Hoe vaak gaat het brandalarm af?A: De brandmelders gaan best regelmatig af, misschien 1x in een paar maanden. Dat komt omdat we de branddeur van de keuken niet altijd sluiten en er soms tijdens het koken rookontwikkeling ontstaat. De rookmelder wordt daardoor geactiveerd en geeft dan alarm. Meest gebeurt dat rond etenstijd tussen 18.00 en 20.00 uur.V: Wat gebeurt er dan verder?A: Eigenlijk niks. Er komt niemand om te controleren of er mogelijk brand is. De brandweer komt niet, alleen de bewoners merken dat.V: Komt er dan nooit iemand van de sportschool kijken?A: Niet dat ik weet, ik heb zelf een abonnement bij de sportschool. Ik ken de eigenaar die ook mijn huurbaas is.V: Komt de heer [appellant2] , de huurbaas, wel eens bij jullie binnen in het pand?A: Voor zover ik weet komt hij maar heel weinig. Toevallig is hij drie dagen vóór de brand bij ons in het pand geweest. Hij kwam om de brandmelders op goede werking te controleren.V: Was je daar zelf bij of hoe weet je dat?A: Ik was zelf niet thuis. Ik denk dat ik dat gehoord heb van [R] , een van de medebewoners. Ik heb van [R] ook gehoord dat [appellant2] op de dag vóór de brand aan het keukenraam heeft gestaan en door het raam aan [R] heeft gevraagd of de brandmelders goed werkten.(...)."
V: Wat is er toen precies gebeurd?A: Ik lag in bed en werd wakker van het piepen van de rookmelder in mijn kamer. Het bleef bij 5 piepjes of signalen die de rookmelder gaf daarna werd het weer stil. Korte tijd later werd ik door mijn huisgenoot [T] geroepen. Zij vertelde dat [appellant2] , zo noemen wij de huurbaas altijd, mij wilde spreken. Ik ben toen uit bed gegaan en ben op de overloop gaan staan, boven aan de trap. Ik zag dat [appellant2] beneden stond samen met een andere man. Ik hoorde dat [appellant2] vroeg of "ze" afgingen. Ik nam aan dat hij de rookmelders bedoelde en ik zei dan ook dat de rookmelder was afgegaan. Hij zei toen "ok". Hij vroeg specifiek of de rookmelder boven in mij kamer was afgegaan. Ik zei ' ja ".V: Waarom wilde [appellant2] de rookmelders controleren?A: Hij zei uit zichzelf dat hij de rookmelders wilde controleren omdat dit jaarlijks moet. Het was de jaarlijkse controle. Hij zei ook dat het belangrijk was en dat het moest gebeuren. Hij vroeg of ze gepiept hadden. Ik weet niet hoe hij wist dat de rookmelders waren geactiveerd en een pieptoon hadden gegeven.
"(...)V: Wat heb je nu precies gedaan met het sluiten van die deur?A: Ik weet zeker dat we op het allerlaatste moment dat we naar voren liepen nog een keer gecontroleerd hebben of de nooddeuren beneden en boven op slot zaten. Het kan zijn dat we eerst de deur beneden hebben gecontroleerd en daarna de deur boven nog eens hebben gecheckt.(...)V: Wie zou de door jou afgesloten toegangsdeur eventueel hebben kunnen openen nadat jij hem gesloten had?A: Ik weet het niet. In theorie zouden [G] of [appellant2] dat misschien gedaan kunnen hebben in het voorbij lopen Ik heb dat in ieder geval niet gedaan. Ik heb daar ook niets van gemerkt of gezien. Ik weet niet zeker in welke volgorde wij de nooddeuren gecontroleerd hebben. Het kwam voor dat we de nooddeur boven als laatste controleerden.(...)V:Hoe controleerden jullie of alle klanten weg waren?
A: Dat controleerden we eigenlijk niet omdat je die vanzelf tegen zou komen in de ruimtes.F; Welke mogelijkheden heb je in de salon om je te verbergen?A: In alle ruimten in de salon zijn we geweest om lampen uit te doen en deuren dicht te maken of toestellen uit te zetten. Ik kan me niet voorstellen dat iemand zich daar verborgen heeft of kan hebben of het moet Spiderman zijn geweest die aan het plafond vastgeplakt zat. Zelfs dan had ik hem waarschijnlijk nog zien zitten om het een laag plafond is.”
“V: Deed je de sluitronde alleen?A: Meestal deden we samen de sluitronde maar ik liep altijd een extra keer rond om alles te controleren. Dat deed ik voordat ik de alarminstallatie inschakelde en wij het pand verlieten.V: Wat je net beschreef was de algemene gang van zaken, die maandag heb jij niet de sluitronde gedaan?A . Dat klopt. De jongens waren al achter bezig dus ik hoefde dat niet te doen.V: Wie heeft het alarm dan ingeschakeld?A: Naar mijn weten [F] .V; Waarom heb je die avond niet nog een dubbele check gedaan om te kijken of alles op slot zat?A: Normaal ben ik de hele avond aanwezig en voel ik me verantwoordelijk Nu was [appellant2] aanwezig en hij was achter geweest en had ik het idee dat alles in orde was. Ik ga [appellant2] niet op zijn vingers kijken als hij de sluitronde doet.V: Hoe vaak kwam het dan voor dat [appellant2] bij de sluitronde meedeed?A: [appellant2] was vaak niet aanwezig vanwege zijn ziekte. Als hij kwam dan kwam hij meestal tijdens spitsuur tijdens de drukste uren. Die avond was hij met mij meegereden naar Doetinchem. Ik weet niet of [appellant2] met zijn eigen auto was. Hij deed dus niet vaak die sluitronde. “
“V: Was u in de gelegenheid om die nooddeur weer van het slot te draaien voor u met z'n drieën naar voren bent gelopen?A: waarom zou ik of iemand anders dat doen? Nee, dat kon ik niet omdat we met zijn drieën naar voren zijn gelopen.(…)V: Had het sluiten van de sportschool uw speciale aandacht?A: Nee, [D] was er en [E] Zij waren door mij aangewezen als mijn vervanger. Soms weet ik dingen gewoon niet meer.V: Waarom was u die avond bij sluiting aanwezig?A: Omdat ik met [E] naar Doetinchem was geweest. [D] was in [B] en ik wilde graag naar Body Perfection in [B] . Ik was die avond goed in staat om langer door te gaan.(…)”
"8. SAMENVATTING EN CONCLUSIEUit het door ons ingestelde onderzoek is het volgende gebleken:• Er is onomstotelijk sprake van brandstichting, er zijn meerdere brandhaarden aangetroffen en er is een ingeschakelde zaklamp veiliggesteld die zeer waarschijnlijk door de dader is gebruikt;• De brand is niet gesticht om sporen van inbraak ongedaan te maken of om deze te verhullen. Gezien het feit dat de kassalade met geld na de brand nog in het pand aanwezig was, is de dader of zijn de daders niet uit geweest op het wegnemen van geld of goederen, maar was brandstichting het doel op zich;• De dader(s) van de brandstichting hebben op slinkse wijze het pand kunnen betreden waardoor het inbraakalarm de bewegingen niet heeft gedetecteerd;• Gezien het feit dat de dader niet is gedetecteerd door het ingeschakelde inbraakalarm, daarvoor bijzondere moeite is gedaan en ook dat kennelijk bewust en doordacht is gedaan, kan geconcludeerd worden dat ontdekking van de oorzaak "brandstichting" voorkomen moest worden;• Als de kennelijke opzet van de betrokkenen en dader(s) was gelukt, zou het volledige pand door brand zijn verwoest en waren alle sporen verloren gegaan. In dat geval was niet bekend geworden dat er sprake is van brandstichting en was net als nu, ook niet bekend geworden dat er iemand in het pand is geweest terwijl deze niet door de ingeschakelde alarminstallatie is gedetecteerd;• Voorkoming van ontdekking van brandstichting heeft doorgaans maar één doel namelijk het claimen en ontvangen van verzekeringspenningen en het voorkomen van het leggen van een verband tussen de eventuele brandstichter en verzekerde;• Om redenen die kennelijk buiten de invloedssfeer van de brandstichter lagen, is de brand gesmoord en is het pand niet geheel door brand verwoest en kon achteraf worden vastgesteld dat er sprake was van brandstichting;"
3.Het geschil en beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de vorderingen en de grieven
(a) dat [appellant2] heeft deelgenomen aan de gehele sluitronde (r.o. 2.21);
(b) dat de eerst bij de brand aanwezige brandweerlieden hebben vastgesteld dat de deur onder de brandtrap niet was afgesloten (r.o. 2.26);
(c) dat er plafondplaten in het plafond in de afslankstudio waren verwijderd (r.o. 2.26);
(d) dat na een autodiefstal aan de verzekeraar een valse sleutel is gegeven (r.o. 2.13);
(e) dat [appellant2] eerder verzekeringsfraude heeft gepleegd (r.o. 4.16);
(f) dat [appellant2] financieel voordeel had bij de diefstal van de auto (r.o. 4.13);
(g) dat [appellant2] voorafgaand aan de brand financiële problemen had (r.o. 2.16)
;(h) dat [appellant2] een financieel motief voor brandstichting had (r.o. 4.12).
Ik hoorde (geanonimiseerd) bevelvoerder brandweer, zeggen dat toen hij ter plaatse kwam, hij zag dat de nooddeur, welke aan de linkerzijde van het pand, onder de noodtrap is gesitueerd, niet afgesloten was. Deze deur zat enkel in het dagslot en was van buitenaf te openen.(…)
Ik hoorde hem zeggen dat toen het brandweerpersoneel via de niet afgesloten nooddeur het pand betrad zij bij binnenkomst zagen dat de vloer was bedekt met roet.”
“De ploegen uit de 1e auto hebben gemeld dat er overal rookontwikkeling zichtbaar was en dat de rook uit het gehele pand kwam stromen. Deze ploegen hebben de verkenning voortgezet en kwam bij de toegangsdeur onder de brandtrap. Bij controle bleek deze deur niet slotvast afgesloten te zijn. De deur was wel dicht, gesloten, maar kon zonder beletsel worden geopend. Het slot en/of de deur was dus niet met de nachtschoot vergrendeld. De ploegen zijn via die deur het pand ingegaan.”
“Contact gehad met brandweer (…). Achterdeur (bovenaan de brandtrap) zou niet afgesloten zijn geweest.”Dit mutatierapport, dat geen ambtsedig opgemaakt proces-verbaal is, bevat slechts een weergave van hetgeen de betreffende politieman heeft begrepen van een niet nader aangeduide persoon van de brandweer. Ook daarin wordt melding gemaakt van een niet afgesloten achterdeur maar wordt gemeld dat het zou gaan om de deur bovenaan de brandtrap. Dit kan niet opwegen tegen het direct na de brand opgemaakte ambtsedige proces-verbaal van politie, gesteund door twee gelijke door de betreffende brandweerofficier zelf afgelegde en ondertekende verklaringen. In zoverre faalt grief 1.
- [appellant2] heeft in 2011 aangifte gedaan van diefstal van de door hem geleasede auto;
- [appellant2] heeft aan de verzekeraar (CB Achmea) twee sleutels verstrekt;
- één van die sleutels kon niet worden uitgelezen, omdat deze was bewerkt door elastomere materie;
- bij uitlezen daarvan in de fabriek bleek de sleutel te behoren bij een Mercedes met Duits kenteken t.n.v. het bedrijf Bennie’s Inbouwcentrum;
- een maand voor de diefstal is de zogenaamde "Track & Trace unit" van de Mercedes van [appellant2] uitgelezen, daarbij bleek dat de Mercedes destijds in de straat voor Bennie's Inbouwcentrum stond;
- [appellant2] heeft verklaard ‘een patatje’ te hebben gegeten in een naast Bennie’s Inbouwcentrum gelegen cafetaria.
Financiële problemen als motief voor de brandstichting
- de omzet over 2011 is vergeleken met 2010 gedaald met minimaal 15% (r.o. 2.16);
“Vast staat dat brand is gesticht nadat het inbraakalarm was ingeschakeld en het Bedrijfspand was afgesloten".
"Brandstichting wordt in deze procedure niet betwist, maar wel dat [appellant2] dat heeft gedaan".De advocaat is tijdens noch na afloop van die zitting op enige wijze terug gekomen van dit standpunt. [appellant2] zelf heeft op dezelfde comparitie meegedeeld: “
Ik weet 100% zeker dat ik de brandstichter niet ben”.
- er is sprake van twee primaire brandhaarden in twee afzonderlijke ruimtes;
- in beide brandhaarden zijn brandversnellende middelen aangetroffen;
- een technische oorzaak is uitgesloten;
- de brandweer heeft bij binnentreden in het pand een fel brandende zaklamp gevonden.
- het rapport van onderzoeksresultaat Delta Lloyd van 9 augustus 2012 (Rapport DL-II)
- het aanvullend rapport van Delta Lloyd van 17 december 2014 (hierna: Rapport DL-III);
- het tweede aanvullend rapport van Delta Lloyd van 9 maart 2016 (hierna: Rapport DL-IV).
- het rapport van Effectis van 31 mei 2012 (hierna: Rapport Effectis)
- het rapport BTB van 10 oktober 2014 (hierna: Rapport BTB-I);
- het rapport BTB van 31 oktober 2014 (hierna: Rapport BTB-II);
- het rapport BTB van 21 april 2016 (hierna: Rapport BTB-III).
De deskundigen van Effectis komen tot een zelfde conclusie.
Voorts wijzen zij erop dat door hen geen V-vormig brandbeeld op de muur van de twee ruimtes is aangetroffen evenmin als sprenkelsporen. Zij voeren ook aan dat de aangetroffen benzine niet betekent dat deze daar is gebruikt als middel voor brandstichting. De gevonden benzine is, aldus Body Perfection c.s., logisch verklaarbaar omdat de door de brandweer in het pand geplaatste ventilatoren werkten op benzine. Bij het navullen van die ventilatoren kan benzine zijn gemorst.
"36. Het gebruik van een zaklamp in het relevante deel van het pand is verklaarbaar. Een week voor de brand deed zich in het relevante deel van het pand een waterschade voor waardoor de elektriciteit was uitgevallen en de verlichting in dat deel van het pand niet werkte. Het personeel heeft toen gebruik gemaakt van zaklampen.37. Het is mogelijk en niet uitgesloten dat de betreffende zaklamp al in het keukentje lag op het moment dat de sluitronde werd uitgevoerd. Bij de sluitronde werden de ruimtes die gebruikt werden door de sporters gecontroleerd en werd - voor zo ver nodig - fitnessapparatuur uitgeschakeld. Het keukentje werd bij de sluitronde niet gecontroleerd. Het betrof immers geen ruimte die door sporters werd gebruikt en in deze ruimte bevond zich ook geen (fitnessapparatuur)."
Daar geeft Effectis echter slechts een algemene beschrijving van het fenomeen "Flashover" en worden foto’s getoond van een elders door Efectis uitgevoerde demonstratie. Toegespitst op de conclusie aangaande de in deze zaak aan de orde zijnde brand is slechts:
"Bij de brand in de sportschool is een schadepatroon zichtbaar wat verklaard kan worden door een brand die zich ontwikkeld heeft tot voorbij de fase van een flashover."Een beschrijving van het hoe en waarom Effectis tot die conclusie komt ontbreekt in het rapport. Met name de weerspreking dat sprake was van een zuurstofarme brand (als gevolg van gesloten ramen en deuren) welke brand vroegtijdig werd gesmoord met veel roetvorming, blijft zonder onderbouwing. Om die reden oordeelt het hof die weerspreking onvoldoende. Daarmee staat als onvoldoende weersproken vast dat de brand is gesmoord als gevolg van een tekort aan zuurstof doordat alle ramen en deuren in de voorgevel van het pand waren gesloten. Evenmin hebben Body Perfection c.s. weersproken dat (zoals door de deskundigen van Delta Lloyd is betoogd) een van de voorwaarden voor het ontstaan van een flashover is dat er voldoende zuurstof voorhanden is zonder hetwelk een flashover niet mogelijk is. De deskundigen van BTB stellen daar slechts tegenover dat een flashover mogelijk is vanwege de vrije ruimte boven het plafond. Vervolgen bouwen zij voort op de aanname dat de brand in één van de ruimtes is ontstaan en concluderen dan dat de (bouwtechnisch) mogelijke flashover de verklaring moet zijn van de brand in ruimte 2. Gezien in het licht van het vaststaande zuurstofgebrek is dat onvoldoende.