Uitspraak
[appellant],
de gemeente,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van een huurovereenkomst tussen [appellant] en de Gemeente Coevorden. [appellant] had een standplaats gehuurd voor een woonwagen, maar er werd herhaaldelijk een hennepplantage aangetroffen in zijn woonwagen. De gemeente heeft de huur beëindigd op basis van het gebruik in strijd met de bestemming van de huurovereenkomst.
De feiten zijn als volgt: [appellant] huurde sinds 1 december 2005 een standplaats van de gemeente. In januari 2013 werd een hennepplantage met 262 planten ontdekt. Na een tweede ontdekking in april 2015, waarbij ook illegaal stroomgebruik werd geconstateerd, heeft de gemeente [appellant] geïnformeerd over zijn verantwoordelijkheden als huurder. Ondanks deze waarschuwingen heeft [appellant] niet meegewerkt aan een minnelijke beëindiging van de huurovereenkomst.
In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vordering van de gemeente tot ontbinding van de huurovereenkomst toegewezen. [appellant] heeft in hoger beroep verschillende grieven ingediend, waaronder dat hij zich niet als goed huurder heeft gedragen en dat zijn gezondheidsproblemen hem belemmerden. Het hof oordeelde echter dat [appellant] onvoldoende maatregelen had getroffen om te voorkomen dat derden gebruik maakten van het gehuurde. De grieven van [appellant] werden verworpen en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter. [appellant] werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.