Voor zover de moeder en [verzoeker] hebben aangevoerd dat de artsen die [de minderjarige2] tot nu toe hebben onderzocht niet de specialistische kennis in huis hebben die nodig is om te kunnen vaststellen of [de minderjarige2] - zoals zij vermoeden - aan de aandoening OI (Osteogenesis Imperfecta) lijdt, of een andere medische aandoening die een verklaring kan geven voor de botbreuken en het andere letsel van [de minderjarige2] , overweegt het hof het volgende. De GI heeft ter zitting van het hof verklaard dat er namens de GI door de vertrouwensarts van [L] , ter uitvoering van hetgeen de kinderrechter ter zake in zijn beschikking van 8 maart 2018 ten aanzien van [de minderjarige2] heeft overwogen, op 31 mei 2018 opnieuw contact is opgenomen met het [E] en dat er opnieuw is gekeken naar de wenselijke doorverwijzingen. Het [E] ziet op dit moment echter geen enkele grond om nadere onderzoeken te doen naar IO en/of andere door de moeder genoemde, mogelijk bij [de minderjarige2] aanwezige, ziektebeelden (zoals Angio Oedeem).
De GI heeft in dit kader nogmaals verwezen naar, en ter zitting van het hof voorgelezen uit, de door het [E] opgemaakte rapportage van 26 februari 2018 naar aanleiding van de opname van [de minderjarige2] in het [K] Kinderziekenhuis ten behoeve van het uitwerken van diagnostiek bij onverklaarde letsels. In deze brief staat onder meer het volgende:
"Bespreking: Hoofdprobleem: medische evaluatie onverklaarde letsels
Fracturen
Status na en bij multiple fracturen zonder passende anamnestische verklaring. Er zijn geen
aanwijzingen voor een onderliggende botziekte (radiologisch of biochemisch).
Volledigheidshalve volgt nog uitslag van DNA onderzoek richting osteogenesis imperfecta -
echter ook bij afwijkende uitslag zal de conclusie blijven dat de fracturen niet zonder meer hieruit te verklaren zijn.
Weke delen letsels
Ten aanzien van de multiple hematomen en zwellingen in het verleden zij aangetekend dat een stollingsstoornis als oorzaak is uitgesloten. Ten aanzien van het actueel aanwezige letsel in de hals (zwelling, striemen, hematomen en petechiën) geldt dat een passende verklaring voor het ontstaan hiervan in de anamnese ontbreekt, en dat spontaan ontstaan hiervan niet past in een bekende ziekte. Het patroon zou kunnen passen bij verwurging.
Overig
Er waren gedurende opname geen tekenen van algehele malaise, zoals eerder gerapporteerd.
Ook de psychomotore ontwikkeling is normaal. Eerdere episoden van afwijkend lopen te duiden bij fracturen. De episode gepaard gaande met trekkingen (anamnese) voorafgaande aan opname in [A] is meest waarschijnlijk niet epileptisch bepaald geweest, en heeft meer waarschijnlijk een gemeenschappelijke achtergrond met het letsel in de hals (zie boven)."