In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de schietvereniging "Wilhelm Tell" tegen Eetcafe De Lepelaar V.O.F. over de opzegging van een gebruiksovereenkomst. De schietvereniging had een perceel grond in gebruik dat eigendom was van De Lepelaar. De overeenkomst was in 1976 aangegaan en had geen tegenprestatie, waardoor het hof oordeelde dat het een gebruiksovereenkomst betrof. De Lepelaar heeft de overeenkomst opgezegd per 1 mei 2015, wat door de schietvereniging werd betwist. De kantonrechter had in eerste aanleg geoordeeld dat de overeenkomst rechtsgeldig was opgezegd en dat de schietvereniging het perceel moest ontruimen. In hoger beroep heeft de schietvereniging zes grieven ingediend, maar het hof heeft deze grieven verworpen. Het hof bevestigde dat de gebruiksovereenkomst opzegbaar was en dat er geen zwaarwegende redenen nodig waren voor de opzegging. De schietvereniging had geen recht van opstal verkregen door verjaring, en de opzegtermijn was redelijk. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de schietvereniging in de kosten van het hoger beroep.