Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verzoekster] ,
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de aanvulling van de registers van de burgerlijke stand. Verzoekers, een moeder en haar broer, hebben verzocht om de geboorte en het overlijden van een dochter, geboren in 1976, officieel te registreren. De zaak is eerder behandeld in een tussenbeschikking op 13 maart 2018, waarin het hof een getuigenverhoor heeft bevolen. Tijdens dit verhoor zijn getuigen gehoord die bevestigden dat de dochter, genaamd [H], op de dag van haar geboorte is overleden. De moeder heeft verklaard dat zij in 1976 beviel van een dochter, maar dat deze niet levensvatbaar was. De getuigenverklaringen en de omstandigheden rondom de geboorte zijn door het hof als voldoende bewijs beschouwd. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland vernietigd en gelast dat de registers van geboorten en overlijden worden aangevuld met de akten van [H]. De beslissing is genomen in het belang van de verzoekers en om de juridische status van de overleden dochter te bevestigen.