Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De omvang van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 29 december 2015 te [plaats 1], op de openbare weg, te weten de [straat 1] aldaar, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een portemonnee en/of geld en/of een telefoon en/of sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door opzettelijk:
Overwegingen omtrent het bewijs voor het ten laste gelegde
(het hof begrijpt: getuige [getuige]),die wél bereid bleek rookwaar te verstrekken. Daarna kwam de politie en werden verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden ter zake van - zoals hem later bleek - verdenking van betrokkenheid bij een poging tot een woninginbraak. Vanuit het politiebusje zag verdachte een vuurwapen liggen op de plaats, waar zij zich alle vijf kort daarvoor hadden bevonden. Vanwege die vondst werden ook [slachtoffer] en [getuige] aangehouden. Verdachte heeft geen verklaring voor de aanwezigheid van het pistool. Het was in elk geval, zo verklaart hij, niet van hem dan wel van één van zijn medeverdachten. Door en namens verdachte is betoogd dat de aangifte van [slachtoffer] onbetrouwbaar is en dat verdachte moet worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. Voor zover de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bereid waren te verklaren, hebben zij een op hoofdpunten gelijkluidende lezing van het incident gegeven.
(het hof leidt uit de beschrijving van deze jongen in de aangifte, in combinatie met de eerder genoemde foto op pagina 83 van het proces-verbaal van politie, af dat het om medeverdachte [medeverdachte 2] gaat)zegt tegen [slachtoffer]: "Mooi jasje". De jongen pakt hem vast en wil de rits van het jasje openmaken. Jongen 2
(overeenkomstig de wijze van identificatie van [medeverdachte 2] acht het hof aannemelijk dat het hier om verdachte gaat)en jongen 3
(medeverdachte [medeverdachte 1])komen ook om [slachtoffer] heen staan. Jongen 1 vraagt [slachtoffer] om zijn portemonnee, geld, telefoon, sigaretten of iets anders. [slachtoffer] zegt: "Nee". En dat hij er zelf ook hard voor moet werken. Jongen 1 zegt dan tegen jongen 2: "Waar is dat ding, doe met dat ding". Jongen 2 pakt uit een zak of tasje een voorwerp en geeft het aan jongen 1. [slachtoffer] ziet direct dat het een pistool is of iets dat daarop lijkt. Jongen 1 staat tegenover hem. Jongen 2 en 3 staan aan weerzijden van jongen 1. [slachtoffer] beschrijft het vuurwapen: zwart van kleur en naar zijn idee een 9 mm handpistool. Onderzoek leerde dat het om een semi-automatisch gaspistool gaat, merk Rohm, kaliber 9 mm, geschikt voor knal- en gaspatronen. Jongen 1 houdt het pistool op hem, [slachtoffer], gericht. Hij vraagt opnieuw om de eerder genoemde bezittingen van [slachtoffer].
(het hof stelt op grond van de foto op dossierpagina 83 vast dat dat [medeverdachte 2] is)achter zich iets weggooide. [getuige] verklaart dat het op een schroevendraaier leek, maar dat hij het niet goed gezien heeft.
Bewezenverklaring
hij op 29 december 2015 te [plaats 1], op de openbare weg, te weten de [straat 1] aldaar, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een portemonnee en/of geld en/of een telefoon en/of sigaretten, toebehorende aan [slachtoffer], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken door opzettelijk:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Onttrekking aan het verkeer
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: