De ouders vinden dat ze geen eerlijke kans hebben gekregen om te laten zien dat zij (met hulp) de kinderen zelf weer kunnen verzorgen en opvoeden.
Het hof ziet dat de ouders veel van hun kinderen houden, maar dat is voor de kinderen niet genoeg. Er is door de ouders (met veel vormen van hulp) aan gewerkt om de kinderen terug te kunnen plaatsen, maar dat is niet gelukt. Er is aan gewerkt door de inzet van het traject bij kliniek [G] in [H] (2016) en het traject bij kliniek [I] in [H] (2017). Ook is de omgang met [de minderjarige4] (met hulp en begeleiding) uitgebreid en hebben de ouders veel behandel- en begeleidingsvormen gehad vanuit verschillende organisaties. Het hof licht dat als volgt toe.
De ouders en de kinderen waren aangemeld voor een gezinsopname bij [G] voor een ouderschapsbeoordeling. In een ouderschapsbeoordeling wordt onderzocht hoe de ouders de kinderen verzorgen en opvoeden, of de ouders iets kunnen aanleren of afleren, of ze adviezen in de praktijk kunnen brengen en of ze dat blijven doen. Is wat geleerd is ook blijven hangen? Het op orde hebben van hun huis was een basiseis in het voortraject van de gezinsopname. Als dat namelijk al niet goed gaat, geeft dat weinig kans dat het opvoeden en verzorgen van de kinderen wel goed zal gaan. Opvoeden en verzorgen van kinderen is veel moeilijker dan het schoon en veilig hebben en houden van een huis. De ouders geven in deze procedure aan dat zij aan de voorwaarden voor opname hadden voldaan, maar uit de stukken van [G] blijkt dat het voortraject van de opname gestopt is, omdat de samenwerking tussen de ouders en hulpverlening om het huis op orde te krijgen vastliep en de ouders de zorgen niet zagen of erkenden. Omdat het de ouders al niet lukte om het huis op orde te hebben en met de hulpverlening goed samen te werken in de situatie dat de kinderen niet (meer) thuis waren, is het traject gestopt.
Later is bij [I] een traject voor de ouders en [de minderjarige4] uitgezet. De ouders werkten daar goed aan mee en leerden over de huishouding en de verzorging en opvoeding van [de minderjarige4] , maar hadden daar steeds ondersteuning bij nodig. Toen er vaker contact was tussen de ouders en [de minderjarige4] als voorbereiding op de gezinsopname, lukte het de ouders niet goed de signalen van [de minderjarige4] te zien, te begrijpen (sensitiviteit) en er snel en goed op te reageren (responsiviteit). [de minderjarige4] reageerde daardoor heftig tijdens en na de omgangsmomenten met de ouders. Ze raakte overstuur en daarom is het traject gestopt.
Ook tijdens de omgangsregeling met de oudere kinderen hebben de ouders de mogelijkheid gehad om te laten zien hoe ze met de kinderen omgaan. Ze hebben hulp gekregen om de bezoekregelingen goed te laten verlopen. De ouders hebben alleen niet voldoende laten zien dat zij goed kunnen aansluiten bij ieder kind. De omgang is voor de ouders hard werken en overvraagt hen. Om te voorkomen dat de ouders in chaos belanden hebben zij actieve ondersteuning nodig.
Er is besproken wat er gedaan zou moeten worden om ervoor te zorgen dat de kinderen weer thuis zouden komen wonen. Sterke punten, zorgen en gezette stappen zijn door de GI met de ouders besproken tijdens evaluaties, bezoekregelingen, huisbezoeken en Signs of Safety.
Ouders hebben hulp gehad om hun situatie te verbeteren zoals van [J] , de GI, [K] , [L] , [M] , [N] , [O] , [P] en huishoudelijke ondersteuning vanuit de gemeente. De hulp heeft niet geleid tot blijvende verbetering bij de ouders. Het lukte de ouders niet goed genoeg om de hulp en adviezen aan te nemen en ervan te leren.
Het hof is het daarom niet eens met de ouders als ze zeggen dat ze geen kans hebben gehad. Dat hebben ze wel en ze hebben ook erg hun best gedaan, maar het is helaas niet gelukt. De ouders zijn onvoldoende leerbaar gebleken en er is geen vertrouwen dat dat nu anders zal zijn.