Uitspraak
Standpunt advocaat-generaal
Standpunt verdediging
Oordeel hof
geen enkele aanwijzingheeft opgeleverd voor de betrokkenheid van verdachte terwijl dit, gelet op de gebruikte hoeveelheid brandversnellende middelen, meer dan voor de hand zou hebben gelegen. Een andere contra-indicatie voor verdachtes betrokkenheid volgt uit zijn fysieke beperkingen – en daarmee samenhangende geringe actieradius – ten tijde van de brandstichting, waarover zijn toenmalige echtgenote een duidelijke verklaring heeft afgelegd. De omstandigheid dat bij verdachte een doosje lucifers is aangetroffen, is op zichzelf onvoldoende om zijn betrokkenheid bij de brandstichting aan te nemen, te meer nu de wijze waarop – met behulp van welke middelen – de brand is gesticht nog allerlei vraagtekens oproept. Het meest belastende bewijs tegen verdachte dat resteert, betreft derhalve zijn eigen ‘bekennende’ verklaring in raadkamer op 9 november 2016. Deze op zichzelf staande, niet nader uitgewerkte en – naar aanleiding van eventuele nadere vragen – niet met specifieke daderinformatie aangevulde, verklaring is voor het hof echter onvoldoende om daaruit de overtuiging te bekomen dat verdachte degene is geweest die op 18 augustus 2016 in zijn woning aan de [adres] te Nijverdal brand heeft gesticht.