Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
"dat uw gerechtshof moge behagen het vonnis in eerste aanleg tussen partijen gewezen op 2 maart 2016 te vernietigen en opnieuw recht doende geïntimeerde te veroordelen om aan eisers te betalen de somma van € 71.480,67 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 december 2013 over een bedrag van € 34.008,63 over het resterende bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, te vermeerderen met nader te begroten schadevergoeding op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.Geïntimeerde te veroordelen om ter zake van de buitengerechtelijke kosten de somma van € 4.450,- te betalen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening.Geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instanties."
"In principaal appelDat het uw Gerechtshof behage appellanten niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep, dan wel aan appellanten hun vorderingen te ontzeggen met veroordeling van appellanten in de kosten van het geding.In incidenteel appelDat het uw gerechtshof behage, geïntimeerden in incidenteel appel, hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn gekweten, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan appellante in incidenteel appel van een bedrag ad € 13.626,03, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2014, tot aan de dag der algehele voldoening.In principaal appel en in incidenteel appelDat het uw gerechtshof behage, [appellant] te veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen arrest, tot aan de dag der algehele voldoening en te vermeerderen met de nakosten van € 131,00 in geval van betekening en € 68,- zonder betekening."
2.De feiten
"jullie gegevens bij de aannemer heeft neergelegd".
'Bauleistungsvertrag') gesloten voor de bouw van een woning met garage te [A] aan de [a-straat] 11 (hierna: de woning) voor een aanneemsom van € 250.000,-. In de offertes is achter de onderdelen
'Fenster- und Auβentüren'en
'Heizung/Sanitär/Klempner/Elektro'vermeld:
'Eigenleist', inhoudende dat die werkzaamheden door de opdrachtgever in eigen beheer zouden worden uitgevoerd. Bij het onderdeel
'Fliesenarbeiten'(ofwel tegelwerk) is vermeld:
'Material - Eigenleistung'.
"Mehrkosten für die Lieferung der Polux Dachrinne als Extraanfertigung, um eine nahezu nahtlose Unterseite der Dachüberstandes zu erhalten."[appellanten] c.s. hebben deze opdrachtbevestiging voor akkoord ondertekend. In het e‑mailbericht van 18 oktober 2012, waarmee [appellanten] c.s. die bevestiging hebben geretourneerd, is vermeld: "wij blijven het niet eens met wat hier gebeurd."
"hiermit teilen wir Ihnen mit, dass sich aufgrund weiterer Verzögerung der Eigenleistungsarbeiten der Fertigstellungstermin des Wohnhauses weiter nach hinten verschieben wird.Der Einbau der Fenster sollte ursprünglich Ende August abgeschlossen sein, was aber bis heute noch nicht der Fall ist.Somit verschiebt sich unser Fertigstellungstermin aus jetziger Sicht zwangsläufig mindestens um 7 Wochen + Weihnachtsfeiertage auf den 25.01.2013.
'Verkleidung der Fensterleibungen met Rigips auf die vorhandenen Holzrahmen'voor, rekening houdend met daardoor ontstaan minderwerk, per saldo een bedrag van € 927,10 inclusief BTW.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
In reconventie heeft de rechtbank, uitvoerbaar bij voorraad, [appellanten] c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 1.949,52 (inclusief BTW), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2014 tot de dag der algehele betaling. De rechtbank heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Tot slot heeft de rechtbank in conventie en in reconventie de proceskosten gecompenseerd, aldus dat iedere partij belast blijft met de aan haar zijde gevallen kosten.
4.De beoordeling van de grieven en de vorderingInternationaal karakter
Inleiding
27 grievenopgeworpen. [geïntimeerde] heeft in incidenteel hoger beroep
vier grievenopgeworpen.
- De datum van oplevering
- Gebreken:
De inhoud van de aanneemovereenkomst(grieven 1, 3 en 4 in principaal appel)
Voor zover [appellanten] c.s. zich in dit kader op het standpunt hebben gesteld dat [C] aan hen heeft verklaard dat de Toelichting aan de aannemingsovereenkomst gehecht zou worden en dat deze bij twijfel leidend zou zijn, kan dit hen niet baten. [appellanten] c.s. hebben, mede in het licht van de betwisting van [geïntimeerde] op dit punt, onvoldoende onderbouwd dat [C] bevoegd was om [geïntimeerde] te vertegenwoordigen, dan wel dat [geïntimeerde] de schijn heeft gewekt dat [C] die bevoegdheid wel had. Op grond van de hiervoor weergegeven, door [appellanten] c.s. geschetste gang van zaken ten aanzien van de totstandkoming van de contacten tussen hen, [C] en vervolgens [geïntimeerde] , alsmede gelet op het feit dat [geïntimeerde] , in de persoon van [E] , steeds aanwezig is geweest bij de besprekingen die geleid hebben tot de aanpassingen in de offertes en uiteindelijk tot de totstandkoming van de aanneemovereenkomst, acht het hof aannemelijk dat, zoals ook door [geïntimeerde] is gesteld, [C] optrad als een onafhankelijk tussenpersoon. [geïntimeerde] kan dan ook niet gebonden worden geacht aan de uitlatingen van [C] .
grief 1in principaal appel. Voor zover [appellanten] c.s. ook in hun
derde en vierde griefhebben betoogd dat de aanneemovereenkomst mede wordt bepaald door de toelichting, falen deze grieven eveneens.
Oplevering(grief 2 in principaal appel)
tweede grieftegen het oordeel van de rechtbank dat de woning op 15 februari 2013 is opgeleverd en dat daardoor de datum van 'Fertigstellung' als bedoeld in de aanneemovereenkomst op 15 februari 2013 moet worden gesteld. [appellanten] c.s. betogen dat zij er als consumenten vanuit mochten gaan dat met de term 'Fertigstellung' werd bedoeld het volledig gereedkomen van het gebouw. Daarvan was op 15 februari 2013 nog geen sprake; de dakgoten en de regenpijpen moesten nog worden geïnstalleerd en de betimmering onder de carport en het stucwerk rondom de schuifpuien was nog niet gereed. Daarbij stonden er nog bouwsteigers rondom het huis en bevonden zich nog een bouwtoilet en puincontainers op de oprit. Deze werkzaamheden werden eerst in januari 2014 uitgevoerd, zodat pas op dat moment sprake was van 'Fertigstellung', aldus [appellanten] c.s.
verder wordt geduid of uitgewerkt. Gelet op de letterlijke, taalkundige betekenis van 'voltooiing' of 'volbrenging', gaat de rechtbank er dan ook vanuit dat partijen met gebruik van de term 'Fertigstellung' hebben beoogd aan te sluiten bij de in de artikelen 7:750 e.v. BW bedoelde term van oplevering. Als oplevering in de zin van de artikelen 7:750 jo 758 BW heeft te gelden aanvaarding van het gebouwde door de opdrachtgever. Daarbij heeft te gelden dat kleinere gebreken die op korte termijn kunnen worden hersteld en die niet aan eventuele ingebruikname in de weg staan, niet tot een onthouding van een aanvaarding mogen leiden.
tweede griefin principaal appel.
Gebreken
de toepasselijkheid van artikel 7:758 lid 3 BW(grief 3 in principaal appel)
derde griefgesteld dat [geïntimeerde] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep toekomt op artikel 7:758 lid 3 BW, met name omdat [geïntimeerde] geen daadwerkelijk nadeel lijdt doordat [appellanten] c.s. ter zake van sommige gebreken enige tijd later hebben geklaagd. Het hof onderschrijft dit standpunt van [appellanten] c.s. niet en overweegt daartoe het volgende.
Ingevolge artikel 7:758 lid 3 BW is een aannemer niet aansprakelijk voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van de oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken. Anders dan [appellanten] c.s. betogen, houdt artikel 7:758 lid 3 BW een nadere concretisering in van artikel 6:89 BW (MvA,
Kamerstukken I2002/03, 23 095, nr. 38a, p. 11) en kan niet worden volgehouden dat artikel 7:758 lid 3 BW toepassing mist indien de aannemer geen nadeel ondervindt doordat later dan bij oplevering is geklaagd door de opdrachtgever. [geïntimeerde] is na de oplevering op 15 februari 2013 alleen nog maar aansprakelijk voor de gebreken die [appellanten] c.s. redelijkerwijs niet hadden kunnen ontdekken ten tijde van de oplevering, hetgeen [appellanten] c.s. moeten stellen en zo nodig bewijzen.
Kamerstukken II2015/16, 34 453 nr. 2), waarin aan artikel 7:758 BW een vierde lid wordt toegevoegd op grond waarvan bij de aanneming van bouwwerken de aannemer aansprakelijk is voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen, doet aan het bovenstaande niet af, aangezien dit geen geldend recht is.
wanden niet sausklaar(grief 4 in principaal appel)
Grief 4richt zich tegen dit oordeel van de rechtbank. In de toelichting op hun grief laten [appellanten] c.s. echter na te onderbouwen waarom het oordeel van de rechtbank onjuist is. Voor zover [appellanten] c.s. hebben betoogd dat artikel 7:758 lid 3 BW toepassing mist, strandt dit betoog gelet op hetgeen het hof hiervoor onder rechtsoverweging 4.6.1 en 4.6.2 heeft overwogen.
Grief 4in principaal appel faalt.
impregneren schoorstenen(grief 6 in principaal appel)
zesde grief, waarin [appellanten] c.s. betogen dat uit de omstandigheid dat de schoorstenen vies worden, blijkt dat deze niet door [geïntimeerde] zijn geïmpregneerd. Uit het feit dat [geïntimeerde] ter zake van dit gebrek een bedrag van € 500,- aan [appellanten] c.s. heeft aangeboden kan eveneens worden afgeleid dat [geïntimeerde] heeft nagelaten de schoorstenen te impregneren.
Grief 6in principaal appel faalt.
kopstenen raamdorpels(grief 7 in principaal appel)
zevende grief. In de toelichting op hun grief betogen [appellanten] c.s. dat [geïntimeerde] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep toekomt op artikel 7:758 lid 3 BW, nu [appellanten] c.s. reeds voor de oplevering, bij e‑mailbericht van 24 oktober 2012, geklaagd hebben over het achterwege blijven van de kopstenen. Dit betoog kan [appellanten] c.s. niet baten. [geïntimeerde] is niet aansprakelijk voor gebreken die [appellanten] c.s. tijdens de bouw hebben geconstateerd maar die niet in het proces-verbaal van oplevering zijn opgenomen. Nu het gestelde gebrek niet in het proces-verbaal van oplevering is opgenomen, moeten [appellanten] c.s. geacht worden de kopstenen van de raamdorpels in die uitvoering te hebben geaccepteerd.
Grief 7in principaal appel faalt.
plaatsing deur badkamer/slaapkamer(grief 8 in principaal appel)
achtste grief. Zij betogen dat als gevolg van de verkeerde positionering van de desbetreffende deur, het bed niet meer tussen de muur en de opening van de deur past, zodat zij een nieuw bed hebben moeten aanschaffen waardoor sprake is van "een verliespost van zeker € 500,-".
Grief 8in principaal appel faalt.
draainaad slaapkamerdeur(grief 10(ii) in principaal appel)
grief 10 (ii)van [appellanten] c.s. In de toelichting op hun grief volstaan zij met de stelling dat de deur ondanks herstel nog steeds over de vloerbedekking gaat zodat deze sneller slijt. Enige nadere onderbouwing van deze stelling ontbreekt evenwel. Bij deze stand van zaken acht het hof de vordering van [appellanten] c.s. op dit punt niet toewijsbaar.
Grief 10 (ii)in principaal appel faalt.
kitwerk sanitair(grief 11 in principaal appel)
elfde griefop tegen dit oordeel. Zij stellen dat [geïntimeerde] al het overige kitwerk wel heeft gerealiseerd, zodat [geïntimeerde] zelf kennelijk van oordeel was dat het kitwerk wel tot de door haar te leveren prestatie behoorde.
Grief 11in principaal appel faalt.
vensterbanken(grief 12 in principaal appel en grief 4 in incidenteel appel)
grief 12in principaal appel bestrijden [appellanten] c.s. dat de deskundige van Lengkeek in het geraamde bedrag van € 2.500,- ook de levering van twee niet aangebrachte vensterbanken heeft begrepen. Zij stellen dat hun vordering betrekking heeft op kleurverschillen in zes wel aangebrachte vensterbanken, zodat het bedrag van € 2.500,- geheel moet worden vergoed.
Grief 12in principaal appel faalt.
grief 4in incidenteel appel komt ook [geïntimeerde] op tegen het hiervoor weergegeven oordeel van de rechtbank. Zij is van mening dat het door de deskundige van Lengkeek begrootte bedrag te hoog is. De beschadigde vensterbanken hebben in totaal een lengte van 9,19 strekkende meter terwijl in de offerte ter zake van de vensterbanken een bedrag van € 33,37 per strekkende meter is opgenomen. De schade van [appellanten] c.s. bedraagt volgens [geïntimeerde] daarom slechts € 364,94 inclusief BTW, te vermeerderen met € 20,- voor klein materiaal. [geïntimeerde] erkent de vordering van [appellanten] c.s. daarom tot een bedrag van € 384,94.
Grief 4in incidenteel appel faalt.
sausklaar maken binnenhaard(grief 13 in principaal appel)
grief 13stellen [appellanten] c.s. dat hun vordering ziet op het sausen van de wand van de binnenhaard terwijl deze wand in het geheel niet door [geïntimeerde] is geplaatst. De door de rechtbank genoemde vordering betreffende het niet sausklaar opleveren van de wanden betrof wanden die wel door [geïntimeerde] waren geplaatst.
grief 4in principaal appel reeds een oordeel gegeven. Het hof volstaat daarom met een verwijzing naar rechtsoverweging 4.6.5 t/m 4.6.5.3.
Grief 13in principaal appel faalt.
kieren elektraspots(grief 14 in principaal appel)
veertiende griefop het standpunt dat de onderaannemer van [geïntimeerde] de spleten en oneffenheden in het plafond heeft afgedicht en sausklaar heeft gemaakt, maar dat dit werk rondom de spots niet goed is gerealiseerd. Daarbij had [geïntimeerde] volgens [appellanten] c.s. eerder samengewerkt met de installateur die de elektraspots heeft geplaatst en nam [geïntimeerde] bij die gelegenheid wel altijd de afwerking voor zijn rekening, zodat [appellanten] c.s. ervan uit mochten gaan dat de afwerking ook nu door [geïntimeerde] zou worden gerealiseerd.
"Elektra spot(s) kiert; bouwer en installateur wijzen naar elkaar").Bij deze stand van zaken komt de vordering van [appellanten] c.s. niet voor toewijzing in aanmerking. Dat [geïntimeerde] in een eerdere samenwerking met de door [appellanten] c.s. ingeschakelde installateur de afwerking wel voor zijn rekening heeft genomen doet hier niet aan af.
Grief 14in principaal appel faalt.
loslatende lijm trapleuning(grief 15 in principaal appel)
grief 15. [appellanten] c.s. betogen, onder verwijzing naar een foto van de trapleuning, in de toelichting op deze grief dat de lijmlaag van de trapleuning ondanks herstel weer loslaat.
vijftiende griefin principaal appel te falen.
constructiefout boven-legger schuifpui(grief 16 in principaal appel)
grief 16bestrijden [appellanten] c.s. de overweging van de rechtbank dat de kozijnenleverancier heeft nagelaten [geïntimeerde] te betrekken bij het tijdens de montage van de kozijnen ervaren probleem. [appellanten] c.s. verwijzen ter onderbouwing van hun standpunt naar e-mailberichten van 24 september 2012, 24 oktober 2012 en 25 oktober 2012. Dit betoog kan [appellanten] c.s. niet baten nu, zoals [geïntimeerde] terecht heeft opgemerkt, de e‑mailberichten van 24 september 2012 en 24 oktober 2012 (het e-mailbericht van 25 oktober 2012 heeft het hof niet bij de stukken aangetroffen) voornamelijk betrekking hebben op de voorpui en niet op de schuifpui in de keuken, terwijl ook voor het overige niet uit deze berichten kan worden opgemaakt dat de kozijnenleverancier, dan wel [appellanten] c.s., [geïntimeerde] bij het door de door de kozijnenleverancier bij de montage van de kozijnen ervaren probleem heeft betrokken.
Grief 16in principaal appel faalt.
schoonmaak metselwerk(grief 17 in principaal appel)
Uit het proces-verbaal van oplevering kan niet worden afgeleid dat er op dat moment (nog) sprake was van algen op de stenen dan wel van verkleuring van de stenen. In de rapportage van Lengkeek wordt evenmin aandacht aan dit aspect besteed. Dat er ten tijde van de oplevering sprake was van verkleuring van het metselwerk is daardoor naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk. Dat het metselwerk nadien verkleurd is ten gevolge van schoonmaak met zoutzuur door [geïntimeerde] , is onvoldoende onderbouwd.
Grief 17richt zich tegen dit oordeel van de rechtbank. Ter toelichting op hun grief volstaan [appellanten] c.s. met een verwijzing naar een e-mailbericht van 23 september 2014 van de heer [F] van 'Het Steenhuys'. Anders dan [appellanten] c.s. kennelijk voorstaan, kan naar het oordeel van het hof uit dit e-mailbericht niet worden afgeleid dat het metselwerk na de oplevering verkleurd is ten gevolge van de schoonmaak daarvan met zoutzuur door [geïntimeerde] . Bij gebreke aan verdere stellingen hieromtrent, dient g
rief 17in principaal appel te falen.
montage regenpijpen(grief 18 in principaal appel)
grief 18op tegen dit oordeel van de rechtbank. [appellanten] c.s. stellen dat hun klacht betrekking heeft op de manier waarop [geïntimeerde] de regenpijpen aan de woning heeft bevestigd. [geïntimeerde] had naar de mening van [appellanten] c.s. zorg moeten dragen voor de juiste aansluiting van de regenpijpen op de riolering.
Grief 18in principaal appel faalt.
trap garage zolder(grief 19 in principaal appel)
grief 19komen [appellanten] c.s. op tegen dit oordeel van de rechtbank. Voor zover [appellanten] c.s. zich daarbij op het standpunt stellen dat een beroep artikel 7:758 lid 3 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is nu [geïntimeerde] niet wordt benadeeld door de latere melding van dit gebrek, stuit deze stelling af op hetgeen het hof hiervoor onder rechtsoverweging 4.6.1 en 4.6.2 heeft overwogen. Het hof gaat voorts voorbij aan de niet nader door [appellanten] c.s. onderbouwde stelling dat "de vraag of het zichtbaar was ook moet worden betwijfeld".
Grief 19in principaal appel faalt.
pilaren zolder(grief 20 in principaal appel)
grief 20. Zij stellen dat de bouwkundige van Vereniging Eigen Huis (VEH) zich bij de oplevering heeft beperkt tot de beoordeling of het gebouw bouwkundig in orde was. Of het bouwwerk was uitgevoerd conform het bestek of tekeningen hoorde niet tot de taak van VEH. Onder die omstandigheden is een beroep van [geïntimeerde] op het bepaalde in artikel 7:758 lid 3 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Bovendien is [geïntimeerde] op geen enkele wijze benadeeld, aldus [appellanten] c.s.
Grief 20in principaal appel faalt.
overstek entree(grief 21 in principaal appel)
grief 21. Ter onderbouwing van hun grief stellen zij dat zij bij e-mailbericht van 6 juni 2012 reeds bij [geïntimeerde] geklaagd hebben over de schuine draagbalken in de nok van de entree, hetgeen betrekking heeft op de overstek boven de entree van 20 cm in plaats van 30 cm.
hoogteverschil plafond entree(grief 21 in principaal appel)
grief 21. Ter onderbouwing van hun grief stellen zij dat zij zich bij e-mailbericht van 6 november 2012 reeds bij [geïntimeerde] beklaagd hebben over het hoogteverschil in het plafond.
ombouw rookkanalen(grief 21 in principaal appel)
grief 21. Ter onderbouwing van hun grief stellen zij dat zij zich bij e-mailberichten van 22 augustus 2012 en 25 november 2012 reeds bij [geïntimeerde] beklaagd hebben over de breedte van de ombouw van de rookkanalen.
wegwerken schuifdeur inloopkast(grief 22 in principaal appel)
grief 22. [appellanten] c.s. stellen dat de dikte van de muur van de huidige inloopkast 38 cm is in plaats van 20 cm, waardoor een ruimte verlies is opgetreden van 1,2 m³. Gelet op de gemiddelde kostprijs per kubieke meter woning van een vrijstaande villa, kan het ruimteverlies gewaardeerd worden op een bedrag van € 600,-.
grieven 21 en 22in principaal appel te falen.
kierende aftimmering binnenkozijnen(grief 27 in principaal appel)
grief 27betogen [appellanten] c.s. dat [geïntimeerde] de betreffende kozijnen volgespoten heeft met pur, hetgeen zij een onacceptabele wijze van herstel achten. De kozijnen zijn hierdoor niet schoon te houden, aldus [appellanten] c.s.
Grief 27in principaal appel faalt.
ventilatieroosters(grief 2 in incidenteel appel)
grief 2in incidenteel appel op tegen dit oordeel van de rechtbank. Zij stelt dat zij zich aan het Bouwbesluit geconfirmeerd heeft in die zin, dat zij aan de normen daarvan heeft voldaan, dan wel een gelijkwaardig en geaccepteerd alternatief heeft gebruikt. Ventilatieroosters in de kozijnen zijn volgens [geïntimeerde] immers gelijkwaardig aan ventilatieroosters in de muur. Daarbij waren in de offerte van de kozijnenleverancier ook ventilatieroosters meegenomen.
Grief 2in incidenteel appel faalt.
scheurvorming in schilder- en stucwerk(vermeerdering van eis)
plint keuken(vermeerdering van eis)
vlekken meranti voorpui(vermeerdering van eis)
stellatten/stelkozijnen(grief 5 in principaal appel)
grief 5. [appellanten] c.s. betogen in de toelichting op hun grief dat het op de weg van [geïntimeerde] had gelegen expliciet aan [appellanten] c.s. kenbaar te maken dat zij met haar bouwwijze zou afwijken van de Nederlandse. Tot de taak van de aannemer behoort het plaatsen van stellatten en stelkozijnen bij het in acht nemen van de Nederlandse bouwwijze, ook indien de kozijnen door een derde geplaatst worden, aldus [appellanten] c.s.
Grief 5in principaal appel faalt.
ontbreken slaapkamerwand(grief 9 in principaal appel)
grief 9dat een uurvergoeding van € 24,25 niet marktconform is, terwijl door de rechtbank tevens geen rekening is gehouden met bespaard materiaal. Het door [appellanten] c.s. gevorderde bedrag van € 895,40 is gebaseerd op een meerwerkofferte d.d. 5 oktober 2012 voor het verplaatsen van de oorspronkelijke wand, waartoe uiteindelijk niet is overgegaan.
Grief 9in principaal appel faalt.
kwaliteit natuursteen vensterbanken(grief 10(i) in principaal appel)
grief 10(i). Zij stellen dat zij nog voor het sluiten van de aanneemovereenkomst met [geïntimeerde] zijn overeengekomen dat de vensterbanken zouden worden uitgevoerd in natuursteentype 'Sahara Crème' van Michel Oprey. Tijdens de bouw heeft [geïntimeerde] [appellanten] c.s. echter een vijftal monsters natuursteen voorgelegd, waaruit zij moesten kiezen. Toen [appellanten] c.s. daarop verklaarden dat zij de vensterbanken in het type natuursteen 'Sahara Crème' uitgevoerd wensten te zien, ontvingen zij een meerwerkofferte ter hoogte van € 965,58. Toen vervolgens bleek dat dit type steen niet op tijd kon worden geleverd, hebben [appellanten] c.s. noodgedwongen ingestemd met het door [geïntimeerde] aangedragen alternatief. Daarmee heeft [geïntimeerde] zich volgens [appellanten] c.s. een bedrag van € 965,58 bespaard.
Grief 10(i)in principaal appel faalt.
tegelrand bad(grief 25 in principaal appel)
grief 25. Zij stellen dat de tekening van de indeling van de badkamer met daarbij de nis in de badrand in de offerteaanvraag is opgenomen, en daarmee deel uitmaakt van de in de offerte opgenomen werkzaamheden.
Grief 25in principaal appel faalt.
aftimmering en schuifdeuren bergruimte(grief 26 in principaal appel)
grief 26.[appellant] stellen dat zij erop mochten vertrouwen dat de bergruimte werd voorzien van schuifdeuren nu dit in de Toelichting is vermeld. Bovendien mochten [appellanten] c.s. uit de tekst van de offerte
"Verkleiden der Abseiten im DG aus Rigips bis 1,00 m Höhe (Ohne Klappen)"opmaken dat aftimmering zonder naden zou worden aangebracht; [appellanten] c.s. zijn er nimmer vanuit gegaan dat er geen schuifdeuren geplaatst zouden worden.
Grief 26in principaal appel faalt.
Meerwerk
dakgoot Polux(grief 3 in incidenteel appel)
grief3 in incidenteel appel. Het standpunt van [geïntimeerde] komt erop neer dat [appellanten] c.s. een dakgoot wilden van het merk Polux. Over een naadloze dakgoot is in de offertefase nimmer gesproken. Ook de exacte breedtemaat van de dakgoot en daarmee de exacte dakoverstand was niet overeengekomen. Deze maten zijn afhankelijk van de dakhoek, de hoogte van de dakoverstand boven de kozijnen en de maat van de pannenlatten van de dakpannen. De dakgoten van Polux zouden worden uitgevoerd met een dakgoot van 60 cm met een kleine variabele verbreding. [appellanten] c.s. waren akkoord met de verbreding van het dakoverstek, maar zij wilden geen naad in de dakgoot zien. Daarop heeft [geïntimeerde] aangegeven dat een speciaal product verhoudingsgewijs tot erg hoge kosten zou leiden. Die extra kosten hebben [appellanten] c.s. volgens [geïntimeerde] geaccepteerd.
"anders moet de totale bouwtijd om deze wachttijd verlengt worden".[appellanten] c.s. hebben daarop op 21 september 2012 geantwoord:
"Zuiver en alleen met het oog op de continuïteit van de bouw, dus zonder daarbij afbreuk te doen aan het standpunt dat wij ter zake hebben ingenomen, geven wij jullie de opdracht om de goot te plaatsen zoals overeengekomen: in een geheel. Dit dus onder uitdrukkelijk protest met voorbehoud van alle rechten en weren."Vervolgens hebben [appellanten] c.s. bij brief van hun gemachtigde van 29 november 2013 de buitengerechtelijke vernietiging van de meerwerkovereenkomst ingeroepen, op grond van bedreiging dan wel misbruik van omstandigheden.
Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, kan de handelswijze van [geïntimeerde] naar het oordeel van het hof niet worden gekwalificeerd als bedreiging in de zin van artikel 3:44 lid 2 BW. Immers, de enkele mededeling dat de bouwtijd moet worden verlengd indien [appellanten] c.s. niet (tijdig) de meerwerkovereenkomst ondertekenen, is niet een zodanige bedreiging dat een redelijk oordelend mens daardoor kan worden beïnvloed.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden duiden wel op misbruik van omstandigheden. Op grond van artikel 3:44 lid 4 BW is misbruik van omstandigheden aanwezig wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden. Hiervan is sprake, nu het voor [geïntimeerde] duidelijk was dat [appellanten] c.s. de meerwerkovereenkomst onder protest getekend hebben met geen andere reden dan om te voorkomen dat de bouw van hun woning (aanzienlijke) vertraging zou oplopen. De verklaring voor recht dat de meerwerkovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd is daarom terecht toegewezen.
Grief 3in incidenteel appel faalt.
'Verkleiding der Fensterleibungen'(grief 23 in principaal appel)
grief 23betogen [appellanten] c.s. dat zij op factuur "Abslagsrechnung 5 nummer 1/13" een bedrag van € 911,78 in mindering hebben gebracht en dat hierop geen commentaar van de zijde van [geïntimeerde] is gekomen, waaruit blijkt dat tussen partijen is afgesproken dat [appellanten] c.s. het bedrag van € 911,78 niet hoefden te betalen.
Grief 23faalt.
Kosten expertiserapport Lengkeek(grief 24 in principaal appel)
grief 24, waarmee [appellanten] c.s. betogen dat de kosten van de deskundige van Lengkeek gelden als kosten voor de vaststelling van de schade op grond van artikel 6:96 BW, waardoor zij voor vergoeding in aanmerking komen. Ter onderbouwing verwijzen [appellanten] c.s. naar een e-mailbericht van hun rechtsbijstandsverzekeraar ARAG d.d. 4 maart 2014, waaruit blijkt dat ARAG ter zake van de kosten de deskundige van Lengkeek een bedrag van € 1.700,- exclusief BTW vergoedt.
grief 24in principaal appel.
Duitse of Nederlandse bouwwijze?
grief 1in incidenteel appel richt [geïntimeerde] zich tegen het oordeel van de rechtbank dat [appellanten] c.s. er gerechtvaardigd vanuit mochten gaan dat [geïntimeerde] de Nederlandse bouwstijl zou volgen.
De slotsom
grief 24in principaal appel gedeeltelijk slaagt, dat
grief 1in incidenteel appel geen verdere bespreking behoeft, dat de vorderingen ingesteld bij wege van vermeerdering van eis worden afgewezen en dat de overige grieven falen. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd voor zover de rechtbank daarin de vordering van [appellanten] c.s. tot de vergoeding van de deskundigenkosten geheel heeft afgewezen, en voor het overige worden bekrachtigd.
€ 1.957,- aan verschotten en € 3.918,- aan geliquideerd salaris van de advocaat, te vermeerderen met nakosten ten belope van € 157,- zonder betekening dan wel € 239,- in geval van betekening;