ECLI:NL:GHARL:2018:592
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Wijma
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van sanctiebeschikking wegens onterecht gebruik van trambaan door rijdend voertuig
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een administratieve sanctie die aan de betrokkene was opgelegd voor het niet gebruiken van de rijbaan als bestuurder van een motorvoertuig. De betrokkene ontkende de gedraging te hebben verricht en voerde aan dat hij op een punt waar de doorgetrokken streep was onderbroken van rijbaan was gewisseld. Daarnaast stelde hij dat er geen verkeersborden of markeringen waren die hem verboden gebruik te maken van de trambaan.
Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante verkeersregels, met name artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), dat bestuurders verplicht de rijbaan te gebruiken. Het hof concludeerde dat de trambaan, ondanks de doorgetrokken streep, nog steeds onderdeel uitmaakt van de rijbaan en dat de gedraging van de betrokkene niet kon worden vastgesteld. Het hof vernietigde daarom de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep gegrond. De door de betrokkene betaalde zekerheidstelling dient te worden gerestitueerd.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke verkeersborden en markeringen op de weg, en hoe deze van invloed zijn op de interpretatie van verkeersregels door bestuurders. Het hof heeft in zijn beslissing ook rekening gehouden met de feitelijke situatie ter plaatse, zoals weergegeven in het dossier en de overgelegde foto’s.