Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
[geïntimeerde2],
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
herstellen stormschade aan dak" € 1.981,70
"herstellen stormschade/constructiefout"
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief 1komt hij daartegen op.
"(…) het gerechtshof oordeelt dat [appellant] enige bewijslast draagt". Aan die gestelde voorwaarde is niet voldaan nu het hof, net zoals de kantonrechter, niet van een op [appellant] rustende bewijslast is uitgegaan. Voor zover [appellant] niettemin ook heeft bedoeld in hoger beroep aanvullend tegenbewijs aan te bieden voor het geval het hof de bewijswaardering van de kantonrechter zou overnemen geldt het volgende.
tweede griefvoert [appellant] (alsnog; in eerste aanleg was het niet gevoerd) als verweer aan dat [geïntimeerden] c.s. niet tijdig hebben geklaagd over gebreken in het werk en [appellant] om die reden is ontslagen van aansprakelijkheid.
grief 3de hoogte van die schade alsnog.
metselwerk + invoegen aan inritkant" en "
Voorgevel, Onderzoek, sloop, metsel en voegwerken". Blijkens deze offerte vormde het slopen en opnieuw verrichten van metselwerk aan de voorgevel en de inritkant van de woning derhalve onderdeel van de uit te voeren werkzaamheden. [geïntimeerden] c.s. hebben erop gewezen dat het slopen en opnieuw opmetselen van muren zich niet laat denken zonder verwijdering van de op/tegen die muren aangebrachte boeidelen en lood, hetgeen plausibel voorkomt. Ook hun stelling dat het boerenvlechtwerk onderdeel uitmaakt van de opgemetselde muur en die muur zonder dat onderdeel van het metselwerk gaten zou vertonen komt plausibel voor.